donderdag 3 april 2014

Elektra

De Griekse mythen vragen om toneelbewerkingen, zo ook het verhaal over Orestes en Elektra. Terwijl het Noord Nederlands Toneel met Oresteia de tekst van Aeschylos volgt, neemt het Nationale Toneel de bewerking van Hugo von Hofmannsthal uit 1903 ter hand. Het is intrigerend teksttheater, maar mist her en der wat passie.

Hoe breng je een deel van een lang, lang Grieks verhaal op de planken? Juist, je geeft een intro. Regisseur Casper Vandeputte laat Elektra goed beginnen met een lesje Griekse mythologie. In rap tempo legt Betty Schuurman in de rol van het Koor uit waar we in de geschiedenis zijn beland waarna het spel kan beginnen.
Het decor is mysterieus en beklemmend. 


In een huis vol doorschijnende gordijnen leeft Elektra (Mariana Aparicio Torres) met haar zus Chrysothemis (Sallie Harmsen), hun moeder Klytaimnestra (Antoinette Jelgersma) en 'stiefvader' Aigisthos. Elektra's leven werd een tragedie toen haar moeder samen met haar minnaar Aigisthos haar vader doodde. Vergeten kan ze dit niet. Zich verstoppend in de gordijnen wacht ze op de komst van haar broer Orestes (Joris Smit) zodat haar vader gewreekt zal worden. 

Hoewel Mariana Aparicio Torres haar teksten goed beheerst, mist er bij haar een prikkel. Is het misschien haar karakter, dwepend in het verdriet met enkel wraakmoord die haar tot rede lijkt te kunnen brengen? Of komt het door Torres' eentonigheid? Ze lijkt zich telkens in dezelfde staat te bevinden, zowel huilend als zwijgend. 


Sterker zijn Jelgersma en Harmsen, maar vooral Schuurman. Als het Koor sluipt zij tussen de gordijnen, analyserend en commentaar leverend. Zij geeft het aloude familieverhaal een diepere nuance en doet zelfs de softe achtergrondmuziek vergeten.