woensdag 27 november 2013

Like Father, Like Son

In Japan gaat het er allemaal net wat anders aan toe, maar toch is het prangende dilemma dat Like Father, Like Son aankaart universeel. Stel je voor: je kind blijkt je kind niet te zijn.

Twee families met een kind. Hun kind. Alles lijkt in orde tot op een dag het ziekenhuis belt. Het kind dat ze al zes jaar beschouwen als hun eigen kind, blijkt niet van hen te zijn. Omgeruild door een verpleegster. Wat doe je als ouders? Terugruilen of vergeten?

Hirokazu Kore-eda stelt de vier ouders – en de kijkers – voor een ethisch dilemma. De regisseur van onder meer Nobody Knows, Still Walking en Distance toont hoe ouderschap een rare wending kan nemen wanneer het biologisch niet meer ‘klopt’. Zes jaar opvoeden lijken opeens een leugen. Wie is nu de ‘echte zoon’? Wat telt: bloed of jaren?



In eerste instantie focust Like Father, Like Son op de reactie van een van de vaders, Ryota Nonomiya (Masaharu Fukuyama). Een welgestelde, hardwerkende architect. De band met zijn zoon Keita wordt vooral bepaald door Ryota’s wil dat zijn zoontje slaagt. “Nu hard werken, dan heb je later profijt.” In plaats van spelen wordt  het contact met zijn zoon bepaald door werken. Wanneer Ryota hoort dat Keita zijn biologische zoon niet is, valt het kwartje. Vandaar dat het jochie zo dromerig is. De schuld projecteert hij op zijn vrouw Midori: hoe heeft ze de verwisseling als moeder niet kunnen merken?

De andere familie is het tegenovergestelde. Een arbeidersgezin met drie kindjes. Vliegeren, spelen met autootjes, samen in bad: een echte familie. Ook zij zijn geschokt door, maar voor hen blijft het familiegevoel dat zij reeds hebben het belangrijkst. Deze tegenovergestelde situaties illustreren knap de Japanse cultuur van het harde werken en de superioriteit. Het zet vraagtekens bij de manier waarop succes het leven bepaalt. Afkeer wordt gekweekt.


Hoewel Hirokazu Kore-eda het verhaal en de beelden mooi componeert, hangt Like Father, Like Son iets te veel aan het dialoog. Stiltes zijn een luxe. Ook begaat hij een misstap door het antwoord te geven achter de oorzaak van de verwisseling. De reden is bizar en hoewel de regisseur deze uitglijder aan het einde probeert goed te maken door het nog een extra rol te laten vervullen, komt hij er ook dan niet weg mee. Helaas. 

donderdag 21 november 2013

Groente verkopen op het station

Initiatief na initiatief popt op. Het is dan wel crisis, maar dat weerhoudt mensen met leuke ideeën er niet van ondernemer te worden. Groen, duurzaam, kleinschalig is meestal het motto. Afgelopen week hielp ik zo’n ondernemer: ik verkocht zakjes boodschappen op het station.

Een zakje met daarin de ingrediënten voor een complete maaltijd: biologisch en streekgebonden. Dat is Kamilla’s Keuze. Nadat ik haar een paar keer was gepasseerd en me op haar nieuwsbrief had geabonneerd, besloot ik haar een dagje te helpen. Als je tijd hebt, wat is er dan leuker dan een nieuw initiatief steunen?


Ongeveer een jaar geleden kwam Kamilla Hensema op het idee om een boodschappenservice te beginnen. Enkele maanden daarvoor had Kamilla haar bestaan als congresorganisator opgezegd en was ze begonnen aan de biologisch-dynamische landbouwschool. Boerin wilde ze wel worden. Lekker naar het platteland. Tijdens een stage kwam ze in aanraking met de groentetassen en vroeg ze zich af waarom er eigenlijk geen tassen waren met een complete maaltijd. Met een groentetas moet je namelijk alsnog naar de supermarkt. En laat dat, in het haastige bestaan van de moderne mens, nu juist soms te veel gevraagd zijn.

Het idee van de maaltijdtas was, zoals Kamilla het zelf zegt, het idee waar ze op aan het wachten was. Een combinatie van stad en land, van product en mens. Want, ondanks boerendromen is ze eigenlijk wel een stadsmens, geeft ze glimlachend toe. Na het uitwerken van een ondernemingsplan, het zoeken van enkele companen en het leggen van contacten, hield Kamilla afgelopen Koninginnedag een pilot. Was er wel animo voor haar idee? Ja hoor. Lovende mailtjes kreeg ze terug na het uitdelen van tientallen maaltijdtassen. Tijd voor actie. Tijd voor een echte try.

dinsdag 19 november 2013

La Grande Bellezza


Magie ontmoet realisme. Het Rome van weleer. Het Rome van nu. Het dode Rome? In het meesterwerk La Grande Bellezza vervloeit afgrijzen in verlokking, vergrijpen dromen zich naar het niets. Regisseur Paolo Sorrentino en acteur Toni Servillo tonen zich een gouden duo. 

Rome vanuit vogelvlucht. Een vrouwenkoor produceert hemelse klanken. Een groep toeristen in de Eeuwige stad. Eén van hen valt neer. Dood. De schoonheid werd hem te veel. De openingsscène doelt meteen op de vraag van La Grande Bellezza. Is Rome dood? Is het spel dat we al die jaren opvoerden te veel geworden?


Sorrentino’s epos draait om Jep Gambardella (Toni Servillo), een schrijver en journalist die 65 wordt. Hoewel hij de koning van de mondaine wereld is (zijn eigen woorden) zit hij op een punt in zijn leven dat hij het niet meer weet. Ooit schreef hij een roman, maar van een tweede is het nooit gekomen. Ooit dacht hij metgezellen te hebben, maar heeft hij die nog wel? Hoewel Jep Rome beleeft zoals de gegoede Romein dat doet – drinken en dansen tot in de late uren, samenkomen met de crème de la crème – knaagt er wat. Is dit wat hij wil? Is dit wat het leven is? Verleiding vervalt in afschrikking. 


Een echt verhaal heeft La Grande Bellezza niet. Het is eerder een reeks aan ontmoetingen, aan gebeurtenissen. Telkens wordt Jep geconfronteerd met hetzelfde: het spel dat wordt gespeeld, is zijn spel niet meer. Vrouwen, theater, zijn vrienden. De absurdistische schijnheiligheid verliest zijn kracht. Jep gelooft niet meer. Kleine meisjes verdienen miljoenen met verven, tijdens een openbare botox-bijeenkomst gaat niet alleen de verlopen televisiester overstag. Ook de zogenaamde intellectuelen en zelfs een non vallen voor het maakbare. De kaart is doorgestoken, bruut doorgestoken. 



Het verband met Fellini’s La Dolce Vita is snel gelegd. Sommigen noemen het een ode, anderen een vervolg. Niet alleen de setting en de manier waarop Sorrentino en Servillo net als Fellini en Mastroianni als duo fungeren (vier films maakten ze samen) hebben overeenkomsten, ook de thematiek van beide films loopt in elkaar over. Sorrentino filmt dezelfde Romeinse elite vijftig jaar na Fellini. Italië is er nog erger aan toe dan toen paparazzifotograaf Marcello zich door Rome begaf. Het is nog meer dansen, drugs, drinken, ‘jonge’ ouderen. 

La Grande Bellezza is een meesterwerk. Rome is zo dromerig en toch zo reëel. Magisch brengt Sorrentino vervallenheid in beeld. Muziek speelt hierin een enorme rol. Op de juiste momenten nemen hemelse klanken ons mee in vervoering. Of het nu het vrouwenkoor of de bonkende dansmuziek is. Het past. Het werkt. Het is een ervaring die dagen erna nog door je hoofd blijft kabbelen. 


maandag 4 november 2013

Fantastische risotto

Drup. Drup. Drup. Regen. Herfst. Tijd voor comfort food. Bij mij krijgt dat meestal de vorm van soep. Pompoensoep, courgettesoep, bietensoep, wortelsoep. Je lepelt het op, wordt langzaam warm van binnen en kruipt nog eens lekker weg op de bank met een film of een serie. Al een tijdje volg ik Yellow lemon tree, een blog van een Utrechtse studente. Haar definitie voor comfort food is net wat anders. Een pan risotto is haar ultieme troosteten. Een paar weken geleden probeerde ik haar risotto met chorizo, chili en lente-ui. Ze heeft gelijkt. Dat is zeker troosteten. Vandaag, passend bij de omstandigheden, deel ik met jullie het iets aangepaste recept. Enjoy!

Recept

Voor 4 personen

1 gele ui, gesnipperd
1 knoflookteen, gesnipperd
50 gram roomboter
olijfolie
400 gram arborio rijst
150 ml witte wijn
1,5 liter groentebouillon
1 chorizo worst
4 stengels bosui
2 chilipepertjes
150 gram geraspte Parmezaanse kaas 
versgemalen zout & peper

Snijd de chorizo in mooie kleine blokjes. Bak ze in ongeveer 5 minuten op hoog vuur in een koekenpan knapperig en bruin. Schep ze uit het bakvet en laat uitlekken op keukenpapier. Snijd de bosui en de chilipepertjes in dunne ringetjes. 

Breng de bouillon aan de kook in een kleine pan. Houd warm op laag vuur.

Verwarm de olijfolie en de helft van de boter in een pan met dikke bodem. Fruit de ui, chilipepertjes en knoflook op laag vuur. Doe de rijst erbij en schep om tot hij glazig gaat zien. Doe dan de wijn erbij en roer tot de wijn helemaal is opgenomen. Voeg nu met een soeplepel een lepel bouillon toe. Blijf steeds roeren en voeg pas weer een nieuwe lepel toe als de vorige lepel bouillon helemaal is opgenomen. Roer regelmatig met een houten lepel door de pan, zodat de rijst de bouillon goed kan opnemen. Haal de pan van het vuur als de rijst 'al dente' is, maar nog wel een bite heeft (na ongeveer 20-30 minuten). 


Roer de chorizo, bosui, chili's, parmezaanse kaas en de rest van de boter erdoor. Laat even staan. Schep de risotto in diepe borden en garneer met wat bosui, parmezaan en eventueel wat rucola voor erbij. Jummie!

vrijdag 1 november 2013

What Maisie knew

Een verhaal van Henry James maar dan in een andere eeuw. De regisseurs Scott McGehee en David Siegel besloten de roman What Maisie knew naar de 21e eeuw te vertalen. Helemaal geen verkeerd idee. Een sterk uitgevoerd drama over de echtscheiding van ouders en hun schattige dochtertje is het resultaat.

Een verlopen rockster als moeder, een drukdoende zakenman als vader: maak kennis met de ouders van de kleine Maisie (Onata Aprile). Interessante mensen misschien, maar niet echt geschikt voor het ouderschap. Laat staan voor een huwelijk. Ruzie bepaalt de sfeer in huis en ook wanneer Susanne (Julianne Moore) en Beale (Steve Coogan) uit elkaar gaan, wordt het er niet beter op. Maisie krijgt een stiefmoeder én een stiefvader erbij, maar ruzie vult nog steeds haar omgeving. Haar stiefouders blijken vooral als oppas ‘aangenomen’; van echte liefde is geen sprake. 


McGehee en Siegel filmen vanuit Maisie’s perspectief. We zien het meisje en we zien alles wat het meisje ziet. Vergis je niet: kinderen krijgen alles mee. Ook wanneer ouders hun best doen hun eigen problemen te verbergen- wat trouwens niet altijd het geval is bij Maisie’s ouders. De ruzies ontgaan haar niet, hoewel ze er misschien niet direct op reageert. Met de tijd wordt de situatie schrijnender. Waar je eerst nog denkt dat Maisie het negeert en het zelfs accepteert, zien we later de directe pijn. De kleine Maisie lijdt, dat is zeker. 

Ondanks de vechtscheiding wordt het drama nooit te zwaarmoedig. Dit is grotendeels te danken aan Maisie. Het engeltje draagt de film. Zij geeft telkens een hoopvolle noot aan de nare situaties. Huppelend met haar gekleurde kleding, haar wapperende haren en haar lieve gezichtje. Ze is zo natuurlijk, zo overtuigend! Ook de losse situaties ontwaren geregeld een glimlach. Zo laat Coogan duidelijk zien niet als vader geschapen te zijn wanneer hij Maisie voorstelt eens lekker een dubbele espresso te gaan drinken. Jaja papa, denken wij allemaal. Gelukkig zijn Alexander Skarsgård en Joanna Vanderham er nog als stiefouders om voor Maisie te zorgen. Een knappe en ontroerende film.