donderdag 24 oktober 2013

Onze zuiderburen weten wel films te maken

Ik ben een filmfanaat. Amerikaans, Frans, maar misschien wel het liefst kijk ik naar Belgische films. Begin september pakte ik daarom met mederedacteur Steffie de trein naar Oostende. Naar het Film Festival van Oostende. Daar zagen we Belgische film, of eigenlijk, Vlaamse film. 

Het Film Festival van Oostende voor Belgische film? Nee, daar vergis je je. Het FFO is het jaarlijkse feestje rondom de Vlaamse film. Alle bekende Vlamingen schuiven aan; geen Waalse titel verschijnt op de schermen. Dat roept vragen op. Heeft België naast verdeelde regeringen, verdeelde media en verdeelde feestdagen ook een verdeelde filmindustrie? Een Vlaamse en een Waalse? Zo lijkt het wel als je in Oostende rondloopt.

Een gespleten land
België is een gespleten land met twee talen, twee identiteiten, Franstalige en Nederlandstalige media, Franstalige en Nederlandstalige cultuurfondsen.Men kent elkaar niet, was de belangrijkste constante in de reeks documentaires, getiteld Het België van, die vorige zomer door de VPRO werd uitgezonden. Enkel wanneer België voetbalt en wint, is er een gevoel van eenheid. De rest van de tijd noemt men zich liever Waal of Vlaming, nooit Belg. De wortels van deze culturele gespletenheid zijn terug te vinden in de geschiedenis. Het ontstaan van België in 1830, de geschiedenis van collaboratie en verzet in Eerste Wereldoorlog en de Tweede Wereldoorlog: telkens werd eenwording bemoeilijkt.

Ook vandaag de dag is dit actueel. Het ontbreken van onderling contact leidt nog steeds tot stereotypering in de beeldvorming en vooroordelen over en weer. ‘Domme Walen’ versus ‘op geld beluste vrije Vlamingen’ beperkt zich niet enkel tot Belgenmoppen, maar is ook terug te zien in de politiek. Onbegrijpelijke kwesties, zoals de Vlaamse dan wel Waalse toe-eigening van een kiesdistrict leidde tot de langste kabinetsformatie ooit.

Geen opmerkingen: