Normaal is de hoofdtentoonstelling bij Foam verdeelt over de eerste twee verdiepingen. Corbijn’s werk hangt echter alleen op de tweede. Enkele tientallen foto’s hangen naast elkaar, in vierkant formaat en met een dikke zwarte lijst eromheen. De foto’s zijn allemaal zwart-wit en bevatten een of meerdere personen. Corbijn maakte door de jaren heen veel foto’s van kunstenaars, muzikanten en andere creatievelingen. Hij is geïnteresseerd in de worsteling met het creatieve proces, met de pijn en drama van de scheppingsdaad, zoals Foam het zelf verwoordt. De portretten zijn daardoor over het algemeen niet glamorous, ze zijn eerder levendig.
De selectie personen is afwisselend en zo ook de foto’s van hen. Enkele foto’s doen niet heel veel. Het zijn mensen die je aankijken met intrigerende blikken, maar daar houdt het dan ook bij op. De meeste zijn echter sprekend. Hoewel Corbijn allemaal bekende mensen heeft genomen, is er maar een deel bekend bij mij. Ik sta verbaasd om Marlene Dumas met een aura van licht en sigarettenrook om haar krullen heen. Met een sigaret in haar mond staat ze met beide voeten stevig op de grond en kijkt ze ons moeilijk aan. Uit 2000 komt deze foto. Ook indringende blikken hebben Alexander McQueen, Lance Armstrong en Mick Jagger in dameskostuum. Verder is de foto van Johnny Cash uit 1994 heel mooi. Zittend in een auto kijkt hij je vanuit het open autoraam aan. Blikken kunnen spreken.. En tot slot is ook de band Arcade Fire in 2010 mooi neergezet. De zeven mannen in witte pakken in een ruig zeelandschap. Het is geen portret en valt misschien iets uit de toon bij de rest, maar het is wel een creatief proces.
Vele mooie foto’s hangen er in Foam. Ze laten allemaal de sterke fotograaf zien, die nabij mensen kan komen met zijn camera. De zwart-wit afdrukken met het spel van licht, de contrastrijke lijst en de vierkante vorm zorgen voor een mooie tentoonstelling. Helaas is het zo klein en komen er veel mensen op af. Het zaaltje staat vol..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten