donderdag 12 november 2009

Le scaphandre et le papillon

Eind 1995 werd Frankrijk opgeschrikt door een naar bericht: Elle-hoofdredacteur Jean Dominique Bauby was getroffen door een beroerte en kreeg vervolgens het locked-in syndroom. De eens zo drukbezette en welbekende man stierf 2 jaar later. In 2007 bracht regisseur Julian Schnabel een film uit, gebaseerd op de biografie die Jean-Do dicteerde tijdens zijn ziektebed.

De film begint vaag; wazige beelden, flitsen, scherpte en onscherpte.. Is er iets mis met het beeld? Nee, dit is de manier waarom Julian Schnabel de kijker meetrekt in de wereld van Jean-Do (Mathieu Almaric). Na zijn beroerte ligt hij in coma en als hij dan eindelijk bijkomt is hij totaal verlamd en kan alleen nog denken en knipogen. Langzaam begint het proces om monsieur Bauby weer aan de "praat" te krijgen. De lieve logopediste Henriette (Marie-Josée Croze) ontwerpt een speciaal alfabet waarmee Jean-Do kan communiceren: E S A R I N T U ....
Claude (Anne Consigny) helpt hem met het bewegen, wat Jean-Do helemaal niet meer kan. Tongoefeningen, het hoofd bewegen, etc. Beide vrouwen zijn zo geduldig, zo hoopvol en steeds weer horen wij de sarcastische commentaren van de hoofdrolspeler. Het zet je aan het denken..

Dan is er ook nog zijn vrouw en zijn maitresse. Céline, met wie hij 3 lieve kinderen heeft, weet dat hij vreemd gaat en toch komt ze in tegenstelling tot la femme wel naar het hospitaal. Ze communiceert met hem, ze brengt de kinderen mee, ze is zorgzaam. Dit brengt pijnlijke situaties met zich mee, vooral als de maitresse belt wanneer Céline (Emanuelle Seigner) aan zijn bed zit. Tergend..

De film is heel kunstig gemaakt. Het eerste half uur krijgen we Jean-Dominique niet te zien. We zien alleen alles wat hij kan zien door zijn ene heldere oog. Af en toe vaag, vaak knipperend als hij aan het "praten" is met de mooie vrouwen die zich rond zijn bed verzamelen. Langzaam zien we eerst zijn mond tijdens de oefeningen, dan zijn ogen en een reflectie in de ruit, pas later zien we hem voor het eerst in zijn rolstoel zitten. De film is vooral vanuit zijn perspectief gefilmd, waardoor we soms halve gezichten zien.

Af en toe krijgen we flach-backs waardoor we langzaam zijn geschiedenis leren kennen: zijn relatie met zijn oude vadertje, met Céline, met zijn liefde.. Uiteindelijk herinnert hij zich zijn beroerte en krijgen we de zielige situatie te horen. Ook zit er af en toe een beeld van Amalric in een zwaar oud duikerspak onder water in. In het begin lijdt dit tot verwarring, maar wanneer de film zich vordert, merken we dat dit inderdaad het gevoel is dat Jean-Do heeft. Hij kan met niemand communiceren en leeft in de leegte verder.. Toch zit er ook een maar aan, want met behulp van de lieftallige Joséphine schrijft Bauby dus zijn biografie waardoor hij toch al zijn gedachtes kwijt kan.

Het is een ontroerende, heftige film. We leren een onbekende wereld kennen, die zich voor iedereen plots kan openen. Een beroerte, leren we, kan iedereen. De manier van filmen is af en toe vermoeiend, maar geeft wel het beste beeld weer. De rollen zijn mooi verdeeld en ondanks het trieste einde kunnen we toch goed afscheid nemen van Jean-Dominique Bauby.


3 opmerkingen:

papa zei

he lot, dat boek heb ik gelezen; bijzonder verhaal, dat je zoiets kan overkomen als je gewoon 's ochtens naar je werk gaat

Lidi zei

Ja, elke dag dat je gezond bent zou je moeten koesteren; maar dat besef je pas als je erg ziek bent.

mama zei

Mooi geschreven Lot!