Deze hadden jullie nog te goed. Gent bestond niet alleen uit koffie en eten, ook uit slenteren, musea en het Filmfestival Gent. Hoewel ik over dat laatste moet zeggen dat er helaas geen interessante film draaide om die dagen te bezoeken. Althans geen Belgische. Het bleef dus bij de Romy Schneider tentoonstelling.
maandag 29 oktober 2012
zaterdag 27 oktober 2012
Dit is Amerika ook
Amerika, het o zo beschaafde, geciviliseerde, vooruitstrevende Amerika. De voorloper op ons allen. Het grote
voorbeeld. Of toch niet? Amerika is niet alleen New York, Washington en San
Fransisco; Apple, Macdonalds en Converse. Amerika is ook het verlaten
achterland. Met Beasts of the Southern Wild laat regisseur Benh
Zeitlin dit zien. Een magisch-realistisch debuut, treffend ondanks zijn smalle
budget.
Een verlaten landschap, vol
water en bomen: dat is de omgeving waarin het kleine meisje Hushpuppy (Quvenzhané Wallis) opgroeit. Het is haar
paradijsje. Samen met haar alcoholische vader (Dwight Henry) en wat beesten
woont ze in hut van golfplaten en afval. Het leven is simpel in haar ogen: “als
papa niet snel terugkomt, moet ik de huisdieren opeten”. Ach ja, overleven lukt
de kleine Hushpuppy wel. Alles gaat z’n gangetje totdat er echter een mythische
storm hun richting op komt. Buren vluchten, maar Hushpuppy en haar vader
blijven. Betekent dit het einde van hun wereld, van dé wereld?
Zeitlin mixt vlekkeloos
realisme met magie. Op het Filmfestival van Gent legde hij uit dat hij niet van
animatie en karton houdt, alles moest echt zijn in zijn film. Met een
beperkte budget ging hij dus op zoek naar kampementen waarin mensen aan het
randje van de beschaving wonen. Hij vond deze in Louisiana, in de resten van de
orkaan Katrina, en nam daar zijn film op. Schitterend is het filmwerk daardoor.
Alles komt puur over. Daarnaast werkt Zeitlin met een magische weerklank door
het verhaal vanuit Hushpuppy’s beleving te vertellen. Het verhaal zakt hierdoor
niet weg in neerslachtigheid. De omstandigheden waarin ze leeft zijn
erbarmelijk, maar haar manier van leven hoopvol. Het kleine meisje is een met
de natuur. Ze legt menigmaal haar oor op een dier om te luisteren wat deze te
zeggen heeft en is niet bang. Ze heeft vrede met de natuur. Aandoenlijk is ook de manier waarop ze over
oerbeesten praat. Meerdere malen heeft ze visioenen hoe deze op weg zijn naar
hun nederzetting Bathtub. In de storm, half beschenen, zien we de beesten
grommen. Dit wekt angst op, maar Hushpuppy leert je niet bang te zijn.
Een apocalypsfilm vanuit
kinderogen is Beasts of the Southern Wild dus. Dit perspectief is de
kracht. De debuterende Wallis weet met haar afro en enorme ogen tot in het
diepst te ontroeren. Vaak in een onderbroekje en grote laarzen maakt ze je
deelgenoot van haar levenswijsheden. Indringende muziek maakt deze logica tot
waarheid. Je kan niet anders dan het verhaal van dit schattige meisje aannemen.
maandag 22 oktober 2012
Een volle pompoen
Het is zoals jullie allemaal weten pompoentijd. Halloween staat voor de deur, dus dit weekend moest en zou ik een pompoen uithollen. Met behulp van een vriend, die eigenlijk de hele pompoenslachting op zich nam, heb ik een pompoenstoof gemaakt. Ik twijfelde nog om er een gezichtje in te hakken, maar daar was hij niet helemaal van gecharmeerd. Een kotsende pompoen, tja.. Het zou niet wegnemen dat de smaak goed was hoor. Jam jam jam, een aanrader.
- 2 el olijfolie
- 1 ui, fijngesneden
- 2 tenen knoflook, fijngesneden
- 600 g riblappen, in blokjes gesneden
- 1 blik tomatenblokjes
- 150 ml runderbouillon
- 1 kaneelstokje
- 2 tl gemalen komijn
- 1 grote pompoen
- verse koriander, grof gesneden
Verwarm de olie in een ruime pan en fruit de ui en knoflook 1 minuten.
Bestrooi het vlees met peper en zout. Voeg toe en bak even mee. Schep de
tomaat erdoor en schenk de bouillon erbij. Voeg het kaneelstokje en de
komijn toe en breng zachtjes aan de kook. Zet het vuur laag en laat het 2
uur afgedekt stoven. Roer regelmatig. Was de pompoen en snijd met een
scherp mes het kapje aan de bovenkant eraf. Verwijder de pitten en
draden. Hol de pompoen uit met een lepel, maar laat 1 cm vruchtvlees aan
de randen zitten. Snijd het uitgelepelde vruchtvlees in kleine stukjes.
Verwarm de uitgeholde pompoen door deze in een pan, gevuld met warm water, 20-30 minuten te laten koken. Meng intussen
de stukjes pompoen door het vlees en laat het mengsel met de deksel
schuin op de pan nog 20-30 minuten stoven tot de pompoen gaar is. Breng op
smaak met peper en zout. Schenk het water uit de pompoen, schep de
stoofschotel erin en bestrooi met koriander. Serveer met de pompoen erbij.
vrijdag 19 oktober 2012
donderdag 18 oktober 2012
woensdag 17 oktober 2012
Little Black Spiders
De wantoestanden in de katholieke kerk zijn de
laatste jaren veelvuldig aan het licht gekomen. Kan het ook als onderwerp
dienen voor film en theater? De Belgische regisseuse Patrice Toye toont van
wel. Met Little Black Spiders verfilmde ze een waargebeurd verhaal uit Vlaanderen. Zwangere meisjes
werden eind jaren ’80 naar het Lommelse Maria Middelaresziekenhuis gebracht om
daar in stilte te bevallen en hun kind aan ouderloze echtparen af te staan.
Hoeveel meisjes zijn er? Met u erbij 10.
Allemaal zoals ik? Ja. Bekijk het als één grote vakantie. Met deze woorden
opent Little Black Spiders. Wat houdt dat in zoals ik? Zwanger. Samen
met negen andere meisjes wordt Katja, eigenlijk Catherina (Line Pillet), op een
zolder van een katholiek ziekenhuis ondergebracht om daar in stilte te
bevallen. Elk meisje is op een andere manier bezwangerd. Sommigen willen het
afstaan aan een kinderloos echtpaar, anderen willen het houden, zoals Katja.
Kan zo’n meisje echter wel voor een kind zorgen? We willen het beste voor het
kind, antwoordt zuster Simone stug.
Begeleid door Cecilia (Dolores Bouckaert)
brengen de meisjes hun dagen door met naaien in het atelier en zich vervelen.
De lamlendige scènes waarin ze met hun dikke buiken in het gras liggen, doen
denken aan de vorig jaar verschenen 17 Filles van Delphine en Muriel
Coulin. Toye maakt het echter een stuk dromeriger. Het ziekenhuis is net een
spookhuis. Gehuld in witte knipsels voeren de meisjes een erotisch Grieks
toneelstuk op. Stampend en hijgend raken ze in vervoering. Een ander moment
dansen ze, in hun kamers en in het donkere bos zwierend met takken. Juist met
deze spelletjes benadrukt Toye dat het nog maar meisjes zijn. Allerminst klaar
voor zwangerschap.
Helaas schiet Little Black Spiders door in zijn
magische sferen. Wazige tussenshots worden hier en daar toegevoegd, begeleid
met kerkgezang. Deze beelden vallen uit de toon en zorgen voor een stijlbreuk.
Ook de scènes in de bossen waarin de camera het zonlicht vangt, zijn als
dagdromen en houden de kijker weg van het drama. Uiteindelijk zijn de meisjes
er niet voor hun plezier. Verkeerde liefdes, verkrachtingen, gedwongen kinderen
afstaan: daar is niets lieflijks aan.
dinsdag 16 oktober 2012
Zalige chocoladetaart
Hoewel de foto er misschien niet al te lekker uit ziet (laten we het nog eens over de kwaliteit van mobiele telefoonfoto's hebben), was deze chocoladetaart meer dan geslaagd. Zalig zelfs. Het recept komt uit het leuke Amerikaanse kookboekje Alice's tea cup dat ik ooit kocht met de herinnering aan mijn bezoek aan de gelijknamige tearoom in New York. Om me heen is het een komen en gaan van mensen die naar de Big Apple gaan. Om jaloers op te worden. Ja, daar wil ik ook wel weer heen. Misschien volgend jaar? In de tussentijd maar eens al de New Yorkse baksels uitproberen!
Recept
400 g suiker
225 g zelfrijzend
bakmeel
90 g cacao
60 g zure room
2 eieren
240 ml melk
120 ml
zonnebloemolie
1 zakje
vanillesuiker
180 ml koffie
Voor de
tussenlaag en topping: bosbessenjam 250 ml geklopte slagroom en 50 g pure
chocolade
Verwarm de over
voor op 200 graden en vet 2 à 3 bakvormen in. Meng in een grote kom suiker,
meel, cacao en een flinke snuf zout. Voeg al mixende met een handmixer de zure
room, eieren, melk en olie toe en mix voor precies 2 minuten. Voeg dan zachtjes
mixend de hete koffie toe tot het beslag glad is. Het zal heel vloeibaar zijn,
dat is goed!
Verdeel het beslag gelijk over de bakvormen en bak het voor 25-30
minuten (totdat een prikker er redelijk schoon uitkomt wanneer je erin prikt).
Laat de delen geheel afkoelen. Bouw dan tot slot de taart. Smeer de bovenste
laag van de onderste in met bosbessenjam, verspreid er dan slagroom over en
‘plak’ de andere erop. Doe eventueel hetzelfde met de middelste en de bovenste.
Smeer vervolgens de bovenste laag in met slagroom en rasp er voorzichtig met
een kaasschaaf de pure chocolade in krullen overheen. Laat de taart minstens
2,5 uur uitharden in de koelkast.
maandag 15 oktober 2012
Dans la maison
François Ozon is zo’n
regisseur die bijna elk jaar een film maakt. Dit kan een goed teken zijn, maar
kan ook mindere films tot gevolg hebben, zoals bij Woody Allen wel eens het
geval is. Na Le Refuge en Potiche is het Ozon echter voor de
derde keer op rij gelukt. Ook zijn nieuwe Dans la maison is een
intrigerend verhaal dat de kijker meeneemt naar een vage grens tussen
hersenspinselen en realiteit.
Dans la maison is gebouwd op twee verhalen. Het is een verhaal in een
verhaal. Enerzijds gaat het over het bestaan van de fransdocent Germain (Fabrice
Luchini), eigenlijk een mislukt schrijver, die zijn leerling Claude stimuleert
om verhalen te schrijven; anderzijds over die verhalen van Claude (Ernst Umhauer)
over het leven van zijn vriend Rapha waarin hij binnen dringt. Wanneer Germain
Claude’s eerste opstel leest is hij zo enthousiast dat hij het aan zijn vrouw
(Kristin Scott Thomas) laat lezen. Vervolgens raken beide gefascineerd door
Claude’s belevenissen en moedigt Germain zijn leerling aan door te schrijven.
Steeds dieper treedt Claude op instructie van Germain Rapha’s leven binnen.
Langzaam vervaagt zo de grens tussen verhaal en realiteit. Fantasie neemt de werkelijkheid
over, een drama volgt.
Ozon bewerkte voor deze film
het toneelstuk El chico de la última fila (2006) van de Spaanse
schrijver Juan Mayorga. Hij vraagt daarbij veel van de kijker. Je moet meegaan
in de combinatie van verhalen en vrede hebben met de manier waarop de film is
opgebouwd. Germain geeft Claude lessen literatuur die vervolgens worden
ingepast in het verhaal. Zo moet de protagonist naar iemand verlangen en moeten
obstakels dit eerst beletten: oké, Claude verlangt naar moeder Esther, Rapha
jr. en Rapha sr. beletten dit. Verschillende opties worden uitgeprobeerd; wat
past nu eigenlijk het best, is de vraag die Ozon stelt. Deze stijl brengt een
bepaalde gemaaktheid met zich mee, die als je dit toelaat, je meesleept in de spanning
die Ozon creëert.
Fantasie en realiteit mogen
nog zo mengen, de cast houdt de film stabiel. Op Luchini, Umhauer en Thomas kun
je bouwen. Terwijl ze hun personage spelen, nemen de acteurs de vage grens
tussen het echte leven en de lege imitatie ervan met een korreltje zout. Ze
zorgen dat de kijker niet verstrikt raakt in vragen. Zo verschijnt Luchini als
Germain in het verhaal van Claude, wanneer de toon van het verhaal opeens sterk
wijzigt. Zo’n switch is volgens hem een stijlbreuk “en kan echt niet”. Dans
la maison blijft door deze aanpak van vragen en grappen tot het eind
prikkelen. Na afloop rest enkel de vraag, wat is nu echt waar?
maandag 1 oktober 2012
Silent City
Een lang meisje, gehuld in een rode trenchcoat. Ze staat in een smalle gang met aan haar voeten een trolley. Haar bagage. Ze kijkt zoekend om zich heen. Ze klopt aan op een door. Ze hoort wat gestommel, ze roept hallo. Geen reactie. Ze roept nog een keer hallo. Dan opent zich een deur. Een man in een blauwe kiel komt naar buiten, gevolgd door een groep hetzelfde ogende mannen. Als ze in een kring om het meisje heen zijn gaan staan, volgt een kleine oude man. Ah Master Kon, zegt het meisje opgelucht.
Deze opluchting bij het meisje met de rode jas is
niet van lange duur in Silent City, de nieuwste film van Threes Anna die
afgelopen zondag op de 32e editie van het Nederlands Filmfestival te
Utrecht in première ging. Anna is bekend op het NFF. In 2007 debuteerde ze daar
met de film The Bird Can’t Fly die meteen de prijs voor Beste Debuut
won. Silent City is een verfilming van haar gelijknamige boek.
Met Silent City heeft Anna een poëtische
film over cultuurverschillen en de eenzaamheid die dit met zich mee kan
brengen, gemaakt. De film vertelt het verhaal van Rosa die in Japan in de leer
gaat bij de fameuse viskok Master Kon. Rosa wil maar al te graag leren hoe ze
de vis met hetzelfde respect kan bereiden als Kon, maar wordt meteen
geconfronteerd met een cultuur waar ze niet in thuis is. Niemand in de keuken
spreekt echt Engels en Rosa kent maar enkele woorden Japans. Contact leggen
gaat moeizaam, waardoor ze op zichzelf is aangewezen. In stilte imiteert ze de
meester en de andere leerlingen. Wekenlang snijdt ze zwijgend sardientjes, totdat ze de
stille, hierarchische cultuur niet meer aan kan.
Anna woonde zelf
een periode in Japan en weet daardoor de cultuur treffend af te beelden. De
leidraad is Rosa’s eenzaamheid in de miljoenenstad. Scènes waarin Rosa zich op
straat of in de metro begeeft, worden afgewisseld met de viskeuken. Het
contrast is enorm. De chaos en lawaai aan mensen versus de stille hierarchie
die in de keuken heerst. De enige gelijkenis is Rosa die gelaten de
gereserveerdheid onder gaat. De film doet denken aan Sofia Coppola’s Lost in
translation waarin Scarlett Johanson als Charlotte ook wordt geconfronteerd
met deze solitude.
Doordat Rosa niks
verstaat (en de kijker ook niet, er is geen ondertiteling van het Japans), kan
enkel uit de bewegingen iets worden opgestoken. Een lachje, een knikje, een
abrupte deur die sluit: details doen alles in Silent City. De camera is
meestal vlak op Rosa’s huid, waardoor we elke emotie mee krijgen. Deze beelden
afgewisseld met close-ups van visschubben en handen die de vis met zorg
behandelen en fileren, maken de film poëtisch en geven hier en daar zelfs een
erotische draai aan Rosa’s verlangen naar contact.
De Vlaamse
debutante Laurence Roothooft vertolkt Rosa op een eenvoudige maar doeltreffende
manier. In de scènes waarin Roothooft zich tussen krioelende Japanners begeeft,
vraag je je af of Anna niet een nog duidelijker verschil tussen Japanners en
Nederlanders had kunnen maken. Rosa steekt met kop en schouder boven de
Japanners uit. Met haar ingetogen spel weet Roothooft de frustratie mooi op te
bouwen. Lachen, knikken, enthousiast zijn: ze doet er alles aan om zich aan de
cultuur aan te passen. Af en toe is echter de maat vol en barst het verdriet in
de vorm van een Nederlandse schreeuw uit. Het kan ook niet anders. De manier
waarop Anna met poëtische precisie de afstand tussen de omgeving en Anna weet
neer te zetten, treft hard. De geluksmomenten waarin Rosa dromerig vis proeft,
zorgen dat je niet vergeet waar het voor Rosa om draait. Om vis.
Abonneren op:
Posts (Atom)