Een lang meisje, gehuld in een rode trenchcoat. Ze staat in een smalle gang met aan haar voeten een trolley. Haar bagage. Ze kijkt zoekend om zich heen. Ze klopt aan op een door. Ze hoort wat gestommel, ze roept hallo. Geen reactie. Ze roept nog een keer hallo. Dan opent zich een deur. Een man in een blauwe kiel komt naar buiten, gevolgd door een groep hetzelfde ogende mannen. Als ze in een kring om het meisje heen zijn gaan staan, volgt een kleine oude man. Ah Master Kon, zegt het meisje opgelucht.
Deze opluchting bij het meisje met de rode jas is
niet van lange duur in Silent City, de nieuwste film van Threes Anna die
afgelopen zondag op de 32e editie van het Nederlands Filmfestival te
Utrecht in première ging. Anna is bekend op het NFF. In 2007 debuteerde ze daar
met de film The Bird Can’t Fly die meteen de prijs voor Beste Debuut
won. Silent City is een verfilming van haar gelijknamige boek.
Met Silent City heeft Anna een poëtische
film over cultuurverschillen en de eenzaamheid die dit met zich mee kan
brengen, gemaakt. De film vertelt het verhaal van Rosa die in Japan in de leer
gaat bij de fameuse viskok Master Kon. Rosa wil maar al te graag leren hoe ze
de vis met hetzelfde respect kan bereiden als Kon, maar wordt meteen
geconfronteerd met een cultuur waar ze niet in thuis is. Niemand in de keuken
spreekt echt Engels en Rosa kent maar enkele woorden Japans. Contact leggen
gaat moeizaam, waardoor ze op zichzelf is aangewezen. In stilte imiteert ze de
meester en de andere leerlingen. Wekenlang snijdt ze zwijgend sardientjes, totdat ze de
stille, hierarchische cultuur niet meer aan kan.
Anna woonde zelf
een periode in Japan en weet daardoor de cultuur treffend af te beelden. De
leidraad is Rosa’s eenzaamheid in de miljoenenstad. Scènes waarin Rosa zich op
straat of in de metro begeeft, worden afgewisseld met de viskeuken. Het
contrast is enorm. De chaos en lawaai aan mensen versus de stille hierarchie
die in de keuken heerst. De enige gelijkenis is Rosa die gelaten de
gereserveerdheid onder gaat. De film doet denken aan Sofia Coppola’s Lost in
translation waarin Scarlett Johanson als Charlotte ook wordt geconfronteerd
met deze solitude.
Doordat Rosa niks
verstaat (en de kijker ook niet, er is geen ondertiteling van het Japans), kan
enkel uit de bewegingen iets worden opgestoken. Een lachje, een knikje, een
abrupte deur die sluit: details doen alles in Silent City. De camera is
meestal vlak op Rosa’s huid, waardoor we elke emotie mee krijgen. Deze beelden
afgewisseld met close-ups van visschubben en handen die de vis met zorg
behandelen en fileren, maken de film poëtisch en geven hier en daar zelfs een
erotische draai aan Rosa’s verlangen naar contact.
De Vlaamse
debutante Laurence Roothooft vertolkt Rosa op een eenvoudige maar doeltreffende
manier. In de scènes waarin Roothooft zich tussen krioelende Japanners begeeft,
vraag je je af of Anna niet een nog duidelijker verschil tussen Japanners en
Nederlanders had kunnen maken. Rosa steekt met kop en schouder boven de
Japanners uit. Met haar ingetogen spel weet Roothooft de frustratie mooi op te
bouwen. Lachen, knikken, enthousiast zijn: ze doet er alles aan om zich aan de
cultuur aan te passen. Af en toe is echter de maat vol en barst het verdriet in
de vorm van een Nederlandse schreeuw uit. Het kan ook niet anders. De manier
waarop Anna met poëtische precisie de afstand tussen de omgeving en Anna weet
neer te zetten, treft hard. De geluksmomenten waarin Rosa dromerig vis proeft,
zorgen dat je niet vergeet waar het voor Rosa om draait. Om vis.
1 opmerking:
Lijkt me een prachtige film
Een reactie posten