Een rustige vrijdagmorgen. Het gevoel van vakantie. Een klein zonnetje aan de hemel. Tijd voor een lenteschoonmaak? Mijn twee mannelijke huisgenoten werden vanochtend wakker met het idee eens grondig te gaan schoonmaken (of liever gezegd, één werd hiermee wakker en de andere volgde gedwee aangezien hij zijn schoonmaakbeurt van vorige week nog moest inhalen). Alle schoonmaakmiddelen werden uit de kast gehaald en binnen de kortste keren stond al het keukenmeubilair buiten. De meest vieze plakkaten vuil werden onder handen genomen. Uitpuffend trof ik ze twee uur later aan. Uitgeput. Hongerig. De koelkast bood gelukkig de gelegenheid om eens een vreemde combinatie uit te proberen: linzen, munt en knolselderij. Jummie.
Recept
4 personen
400 g linzen
1 knolselderij
1 handje geroosterde hazelnoten
2 takjes tijm
1 laurierblad
1 bosje munt
Olijfolie
Rode wijnazijn
Peper en zout
Doe de linzen
(net onder water), laurierblad en tijm in een kleine pan. Breng aan de
kook met het deksel op de pan. Zet dan het vuur laag en laat 15-20
minuten zachtjes koken tot de linzen al dente zijn. Giet daarna af. Breng in de tussentijd, in een aparte pan, ongeveer 1 liter water met zout aan de kook. Schil de
knolselderij met een dunschiller. Snijd in plakjes en vervolgens in 1 cm
‘friet’. Kook de knolselderij in 8-12 minuten in gezouten water
beetgaar. Giet daarna af. Meng de warme
linzen met 2 el olijfolie, de rode wijn azijn, peper en zout in een
grote kom. Voeg de knolselderij toe en meng alles door elkaar. Proef of
alles op smaak is.Hak de munt en de hazelnoten fijn. Meng de helft van de munt en de helft van de hazelnoten door het linzenmengsel. Houd de rest achter voor de garnering. Lekker met vers stokbrood.
1 opmerking:
Goede jongens die huisgenoten van jou!
Een reactie posten