zaterdag 15 januari 2011

Norwegian Wood


Wie Marukami's boeken kent, beseft misschien wel dat het een enorme opgave is om die goed en vooral helder te verfilmen. Marukami begint te schrijven en weet niet waar hij zal eindigen. Daardoor is van chronologie geen sprake en ik zijn taalgebruik belangrijker dan het verhaal. Norwegian Wood was zijn enige boek, volgens velen, die wel de potentie had om verfilmd te worden. Er zat meer verhaal in de gebruikelijk en een film zou meer zijn dan een gesprek en wat beelden. Regisseur Anh Hung Tran veranderde het boek in een script, zocht acteurs en begon.


Norwegian Wood gaat over Turu Watanabe (Kenichi Matsuyama), die terugblikt op zijn studentenleven in het Japan van de jaren 60. In zijn tienerjaren heeft hij een goede vriend, Kizuki, waarmee hij van alles onderneemt. Kizuki heeft een vriendinnetje, Naoko (Rinko Kikuchi) die er ook altijd bij is. Wanneer ze alle drie 17 zijn pleegt Kizuki zelfmoord en Watanabe besluit om naar Tokio te verhuizen. Hij heeft een nieuwe omgeving nodig. Op een dag komt hij Naoko echter tegen en ze vraagt hem of ze elke zondag kunnen gaan wandelen, dat doen ze en Watanabe gaat steeds meer van haar houden. Op haar twintigste verjaardag vraagt Naoko Watanabe om met haar naar bed te gaan, maar na die avond verdwijnt ze. Als ze weer contact met hem opneemt, blijkt ze in een psychiatrische inrichting te zitten om haar schuldgevoel rond Kizuki te overwinnen. Terwijl ze elkaar schrijven ontmoet Watanabe de excentrieke Midori (Kiki Mizuhara). Ook deze vrouw gaat veel voor Watanabe betekenen en uiteindelijk volgt de onmogelijke keuze tussen twee vrouwen.

Anh Hung Tran is een Koreaan, maar moest een Japanse verfilming maken. Dit heeft tot gevolg dat het een mooi esthetisch plaatje wordt, maar dat het verhaal niet uit de verf komt. Er wordt weinig aandacht besteed aan de gesprekken en bovendien komen de meeste gepolijst over. Ook is er hard in het boek geknipt om een duidelijk verhaal te krijgen. Dit heeft echter tot gevolg dat de rollen van Midori, Reiko (een vriendin van Naoko) en Nagasawa (een vriend van Watanabe) vervagen en dat ze overkomen als gestilleerde poppetjes. Dat is zonde aangezien Naoko wel heel veel tijd krijgt om zich te profileren en dit de film goed doet. Hierdoor wordt het gecompliceerde verhaal duidelijker. Voor Watanabe geld hetzelfde.


De beelden zijn dus wel schitterend. De natuur, de kleding, het interieur en Japan zelf worden zo in beeld gebracht dat het als een sprookje aandoet. Nostalgie wordt gecombineerd met melancholie en het hele verhaal krijgt iets onwerkelijks. Je wordt echter weer wakkergeschud met de overgangen die niet altijd subtiel zijn. Beelden verspringen van warm naar koud en de muziek houdt plotseling op. Het lijkt alsof Anh Hung Tran muziek verkoos boven taal. De meeste dialogen worden ondersteund door muziek en ook de verstilde beelden kunnen niet zonder.

De hele film is opeenvolging van mooie plaatjes waar Naoko en Watanabe met kwaliteit de hoofdrol in spelen. Het verhaal is af en toe wat kortzichtig en wordt al snel saai. Beeld, beeld, beeld en geen actie, plus dat de enige dialogen die er zijn om seks draaien, zorgt ervoor dat 133 te lang is. Helaas, ook het enige boek van Marukami met filmpotentie blijkt lastig te verfilmen.

Geen opmerkingen: