Twee jaar na Carnage is Roman Polanski terug met een film, Venus in Fur. Ditmaal zet hij niet vier personages in één ruimte, maar slechts twee. Het effect is verbluffend.
Hoewel Roman Polanski misschien nog vaker met zijn beruchte privéleven in het nieuws komt dan met
zijn films, weet de 80-jarige regisseur hoe je films moet maken. Met Venus in
Fur keert hij terug naar de kracht van eenvoud: Emmanuelle Seigner en Mathieu
Amalric negentig minuten in een aftandse theaterzaal. Het resultaat is een
betoverend, maar onheilspellend spektakel. Polanski geeft zijn vrouw Seigner
met zijn regie haar grootste rol tot nu toe en laat Amalric een spiegeling van
de jongere versie van zichzelf zijn. Het is puur het spel tussen de twee
acteurs dat de film draagt. Geen extreme decors, geen bijzondere effecten.
Taal, beweging en de wisselwerking daartussen is het enige wat telt.
Seigner speelt Vanda, een verlopen actrice die nat geregend en te laat op auditie komt voor de theaterbewerking van het omstreden boek Venus im Pelz (1870) van Leopold von Sacher-Masoch. Amalric is regisseur Thomas die na een dag bedroevende audities nog geen actrice heeft voor zijn stuk. Met tegenzin stemt hij in om een passage met Vanda door te nemen. Daar blijft het echter niet bij. Vanda is alles waar Thomas niet van houdt. Ordinair kauwgom kauwend, in een zwart leren pakje, onbekend met de 'Cultuur'. Toch betovert ze hem, of liever gezegd: ze domineert hem. Net als het vrouwelijke personage in het theaterstuk - ook Vanda geheten - neemt ze stap voor stap de leiding over. Wie is eigenlijk de regisseur?