zondag 22 december 2013

Tot volgend jaar!



Lieve lezers,

Ik ben een beetje zoekende. Zoekende naar een nieuwe vorm. Na 4,5 jaar bloggen over alles wat me inspireert - film, eten, video's, foto's - zijn de ideeën een beetje op. Daarnaast eisen werk en stages al mijn aandacht op. Ik neem kerstvakantie en ga nadenken over een nieuw jaar La Vie avec Petits Fours.

Hele fijne feestdagen en tot in 2014!

Liefs, Liselotte

woensdag 27 november 2013

Like Father, Like Son

In Japan gaat het er allemaal net wat anders aan toe, maar toch is het prangende dilemma dat Like Father, Like Son aankaart universeel. Stel je voor: je kind blijkt je kind niet te zijn.

Twee families met een kind. Hun kind. Alles lijkt in orde tot op een dag het ziekenhuis belt. Het kind dat ze al zes jaar beschouwen als hun eigen kind, blijkt niet van hen te zijn. Omgeruild door een verpleegster. Wat doe je als ouders? Terugruilen of vergeten?

Hirokazu Kore-eda stelt de vier ouders – en de kijkers – voor een ethisch dilemma. De regisseur van onder meer Nobody Knows, Still Walking en Distance toont hoe ouderschap een rare wending kan nemen wanneer het biologisch niet meer ‘klopt’. Zes jaar opvoeden lijken opeens een leugen. Wie is nu de ‘echte zoon’? Wat telt: bloed of jaren?



In eerste instantie focust Like Father, Like Son op de reactie van een van de vaders, Ryota Nonomiya (Masaharu Fukuyama). Een welgestelde, hardwerkende architect. De band met zijn zoon Keita wordt vooral bepaald door Ryota’s wil dat zijn zoontje slaagt. “Nu hard werken, dan heb je later profijt.” In plaats van spelen wordt  het contact met zijn zoon bepaald door werken. Wanneer Ryota hoort dat Keita zijn biologische zoon niet is, valt het kwartje. Vandaar dat het jochie zo dromerig is. De schuld projecteert hij op zijn vrouw Midori: hoe heeft ze de verwisseling als moeder niet kunnen merken?

De andere familie is het tegenovergestelde. Een arbeidersgezin met drie kindjes. Vliegeren, spelen met autootjes, samen in bad: een echte familie. Ook zij zijn geschokt door, maar voor hen blijft het familiegevoel dat zij reeds hebben het belangrijkst. Deze tegenovergestelde situaties illustreren knap de Japanse cultuur van het harde werken en de superioriteit. Het zet vraagtekens bij de manier waarop succes het leven bepaalt. Afkeer wordt gekweekt.


Hoewel Hirokazu Kore-eda het verhaal en de beelden mooi componeert, hangt Like Father, Like Son iets te veel aan het dialoog. Stiltes zijn een luxe. Ook begaat hij een misstap door het antwoord te geven achter de oorzaak van de verwisseling. De reden is bizar en hoewel de regisseur deze uitglijder aan het einde probeert goed te maken door het nog een extra rol te laten vervullen, komt hij er ook dan niet weg mee. Helaas. 

donderdag 21 november 2013

Groente verkopen op het station

Initiatief na initiatief popt op. Het is dan wel crisis, maar dat weerhoudt mensen met leuke ideeën er niet van ondernemer te worden. Groen, duurzaam, kleinschalig is meestal het motto. Afgelopen week hielp ik zo’n ondernemer: ik verkocht zakjes boodschappen op het station.

Een zakje met daarin de ingrediënten voor een complete maaltijd: biologisch en streekgebonden. Dat is Kamilla’s Keuze. Nadat ik haar een paar keer was gepasseerd en me op haar nieuwsbrief had geabonneerd, besloot ik haar een dagje te helpen. Als je tijd hebt, wat is er dan leuker dan een nieuw initiatief steunen?


Ongeveer een jaar geleden kwam Kamilla Hensema op het idee om een boodschappenservice te beginnen. Enkele maanden daarvoor had Kamilla haar bestaan als congresorganisator opgezegd en was ze begonnen aan de biologisch-dynamische landbouwschool. Boerin wilde ze wel worden. Lekker naar het platteland. Tijdens een stage kwam ze in aanraking met de groentetassen en vroeg ze zich af waarom er eigenlijk geen tassen waren met een complete maaltijd. Met een groentetas moet je namelijk alsnog naar de supermarkt. En laat dat, in het haastige bestaan van de moderne mens, nu juist soms te veel gevraagd zijn.

Het idee van de maaltijdtas was, zoals Kamilla het zelf zegt, het idee waar ze op aan het wachten was. Een combinatie van stad en land, van product en mens. Want, ondanks boerendromen is ze eigenlijk wel een stadsmens, geeft ze glimlachend toe. Na het uitwerken van een ondernemingsplan, het zoeken van enkele companen en het leggen van contacten, hield Kamilla afgelopen Koninginnedag een pilot. Was er wel animo voor haar idee? Ja hoor. Lovende mailtjes kreeg ze terug na het uitdelen van tientallen maaltijdtassen. Tijd voor actie. Tijd voor een echte try.

dinsdag 19 november 2013

La Grande Bellezza


Magie ontmoet realisme. Het Rome van weleer. Het Rome van nu. Het dode Rome? In het meesterwerk La Grande Bellezza vervloeit afgrijzen in verlokking, vergrijpen dromen zich naar het niets. Regisseur Paolo Sorrentino en acteur Toni Servillo tonen zich een gouden duo. 

Rome vanuit vogelvlucht. Een vrouwenkoor produceert hemelse klanken. Een groep toeristen in de Eeuwige stad. Eén van hen valt neer. Dood. De schoonheid werd hem te veel. De openingsscène doelt meteen op de vraag van La Grande Bellezza. Is Rome dood? Is het spel dat we al die jaren opvoerden te veel geworden?


Sorrentino’s epos draait om Jep Gambardella (Toni Servillo), een schrijver en journalist die 65 wordt. Hoewel hij de koning van de mondaine wereld is (zijn eigen woorden) zit hij op een punt in zijn leven dat hij het niet meer weet. Ooit schreef hij een roman, maar van een tweede is het nooit gekomen. Ooit dacht hij metgezellen te hebben, maar heeft hij die nog wel? Hoewel Jep Rome beleeft zoals de gegoede Romein dat doet – drinken en dansen tot in de late uren, samenkomen met de crème de la crème – knaagt er wat. Is dit wat hij wil? Is dit wat het leven is? Verleiding vervalt in afschrikking. 


Een echt verhaal heeft La Grande Bellezza niet. Het is eerder een reeks aan ontmoetingen, aan gebeurtenissen. Telkens wordt Jep geconfronteerd met hetzelfde: het spel dat wordt gespeeld, is zijn spel niet meer. Vrouwen, theater, zijn vrienden. De absurdistische schijnheiligheid verliest zijn kracht. Jep gelooft niet meer. Kleine meisjes verdienen miljoenen met verven, tijdens een openbare botox-bijeenkomst gaat niet alleen de verlopen televisiester overstag. Ook de zogenaamde intellectuelen en zelfs een non vallen voor het maakbare. De kaart is doorgestoken, bruut doorgestoken. 



Het verband met Fellini’s La Dolce Vita is snel gelegd. Sommigen noemen het een ode, anderen een vervolg. Niet alleen de setting en de manier waarop Sorrentino en Servillo net als Fellini en Mastroianni als duo fungeren (vier films maakten ze samen) hebben overeenkomsten, ook de thematiek van beide films loopt in elkaar over. Sorrentino filmt dezelfde Romeinse elite vijftig jaar na Fellini. Italië is er nog erger aan toe dan toen paparazzifotograaf Marcello zich door Rome begaf. Het is nog meer dansen, drugs, drinken, ‘jonge’ ouderen. 

La Grande Bellezza is een meesterwerk. Rome is zo dromerig en toch zo reëel. Magisch brengt Sorrentino vervallenheid in beeld. Muziek speelt hierin een enorme rol. Op de juiste momenten nemen hemelse klanken ons mee in vervoering. Of het nu het vrouwenkoor of de bonkende dansmuziek is. Het past. Het werkt. Het is een ervaring die dagen erna nog door je hoofd blijft kabbelen. 


maandag 4 november 2013

Fantastische risotto

Drup. Drup. Drup. Regen. Herfst. Tijd voor comfort food. Bij mij krijgt dat meestal de vorm van soep. Pompoensoep, courgettesoep, bietensoep, wortelsoep. Je lepelt het op, wordt langzaam warm van binnen en kruipt nog eens lekker weg op de bank met een film of een serie. Al een tijdje volg ik Yellow lemon tree, een blog van een Utrechtse studente. Haar definitie voor comfort food is net wat anders. Een pan risotto is haar ultieme troosteten. Een paar weken geleden probeerde ik haar risotto met chorizo, chili en lente-ui. Ze heeft gelijkt. Dat is zeker troosteten. Vandaag, passend bij de omstandigheden, deel ik met jullie het iets aangepaste recept. Enjoy!

Recept

Voor 4 personen

1 gele ui, gesnipperd
1 knoflookteen, gesnipperd
50 gram roomboter
olijfolie
400 gram arborio rijst
150 ml witte wijn
1,5 liter groentebouillon
1 chorizo worst
4 stengels bosui
2 chilipepertjes
150 gram geraspte Parmezaanse kaas 
versgemalen zout & peper

Snijd de chorizo in mooie kleine blokjes. Bak ze in ongeveer 5 minuten op hoog vuur in een koekenpan knapperig en bruin. Schep ze uit het bakvet en laat uitlekken op keukenpapier. Snijd de bosui en de chilipepertjes in dunne ringetjes. 

Breng de bouillon aan de kook in een kleine pan. Houd warm op laag vuur.

Verwarm de olijfolie en de helft van de boter in een pan met dikke bodem. Fruit de ui, chilipepertjes en knoflook op laag vuur. Doe de rijst erbij en schep om tot hij glazig gaat zien. Doe dan de wijn erbij en roer tot de wijn helemaal is opgenomen. Voeg nu met een soeplepel een lepel bouillon toe. Blijf steeds roeren en voeg pas weer een nieuwe lepel toe als de vorige lepel bouillon helemaal is opgenomen. Roer regelmatig met een houten lepel door de pan, zodat de rijst de bouillon goed kan opnemen. Haal de pan van het vuur als de rijst 'al dente' is, maar nog wel een bite heeft (na ongeveer 20-30 minuten). 


Roer de chorizo, bosui, chili's, parmezaanse kaas en de rest van de boter erdoor. Laat even staan. Schep de risotto in diepe borden en garneer met wat bosui, parmezaan en eventueel wat rucola voor erbij. Jummie!

vrijdag 1 november 2013

What Maisie knew

Een verhaal van Henry James maar dan in een andere eeuw. De regisseurs Scott McGehee en David Siegel besloten de roman What Maisie knew naar de 21e eeuw te vertalen. Helemaal geen verkeerd idee. Een sterk uitgevoerd drama over de echtscheiding van ouders en hun schattige dochtertje is het resultaat.

Een verlopen rockster als moeder, een drukdoende zakenman als vader: maak kennis met de ouders van de kleine Maisie (Onata Aprile). Interessante mensen misschien, maar niet echt geschikt voor het ouderschap. Laat staan voor een huwelijk. Ruzie bepaalt de sfeer in huis en ook wanneer Susanne (Julianne Moore) en Beale (Steve Coogan) uit elkaar gaan, wordt het er niet beter op. Maisie krijgt een stiefmoeder én een stiefvader erbij, maar ruzie vult nog steeds haar omgeving. Haar stiefouders blijken vooral als oppas ‘aangenomen’; van echte liefde is geen sprake. 


McGehee en Siegel filmen vanuit Maisie’s perspectief. We zien het meisje en we zien alles wat het meisje ziet. Vergis je niet: kinderen krijgen alles mee. Ook wanneer ouders hun best doen hun eigen problemen te verbergen- wat trouwens niet altijd het geval is bij Maisie’s ouders. De ruzies ontgaan haar niet, hoewel ze er misschien niet direct op reageert. Met de tijd wordt de situatie schrijnender. Waar je eerst nog denkt dat Maisie het negeert en het zelfs accepteert, zien we later de directe pijn. De kleine Maisie lijdt, dat is zeker. 

Ondanks de vechtscheiding wordt het drama nooit te zwaarmoedig. Dit is grotendeels te danken aan Maisie. Het engeltje draagt de film. Zij geeft telkens een hoopvolle noot aan de nare situaties. Huppelend met haar gekleurde kleding, haar wapperende haren en haar lieve gezichtje. Ze is zo natuurlijk, zo overtuigend! Ook de losse situaties ontwaren geregeld een glimlach. Zo laat Coogan duidelijk zien niet als vader geschapen te zijn wanneer hij Maisie voorstelt eens lekker een dubbele espresso te gaan drinken. Jaja papa, denken wij allemaal. Gelukkig zijn Alexander Skarsgård en Joanna Vanderham er nog als stiefouders om voor Maisie te zorgen. Een knappe en ontroerende film. 

donderdag 24 oktober 2013

Onze zuiderburen weten wel films te maken

Ik ben een filmfanaat. Amerikaans, Frans, maar misschien wel het liefst kijk ik naar Belgische films. Begin september pakte ik daarom met mederedacteur Steffie de trein naar Oostende. Naar het Film Festival van Oostende. Daar zagen we Belgische film, of eigenlijk, Vlaamse film. 

Het Film Festival van Oostende voor Belgische film? Nee, daar vergis je je. Het FFO is het jaarlijkse feestje rondom de Vlaamse film. Alle bekende Vlamingen schuiven aan; geen Waalse titel verschijnt op de schermen. Dat roept vragen op. Heeft België naast verdeelde regeringen, verdeelde media en verdeelde feestdagen ook een verdeelde filmindustrie? Een Vlaamse en een Waalse? Zo lijkt het wel als je in Oostende rondloopt.

Een gespleten land
België is een gespleten land met twee talen, twee identiteiten, Franstalige en Nederlandstalige media, Franstalige en Nederlandstalige cultuurfondsen.Men kent elkaar niet, was de belangrijkste constante in de reeks documentaires, getiteld Het België van, die vorige zomer door de VPRO werd uitgezonden. Enkel wanneer België voetbalt en wint, is er een gevoel van eenheid. De rest van de tijd noemt men zich liever Waal of Vlaming, nooit Belg. De wortels van deze culturele gespletenheid zijn terug te vinden in de geschiedenis. Het ontstaan van België in 1830, de geschiedenis van collaboratie en verzet in Eerste Wereldoorlog en de Tweede Wereldoorlog: telkens werd eenwording bemoeilijkt.

Ook vandaag de dag is dit actueel. Het ontbreken van onderling contact leidt nog steeds tot stereotypering in de beeldvorming en vooroordelen over en weer. ‘Domme Walen’ versus ‘op geld beluste vrije Vlamingen’ beperkt zich niet enkel tot Belgenmoppen, maar is ook terug te zien in de politiek. Onbegrijpelijke kwesties, zoals de Vlaamse dan wel Waalse toe-eigening van een kiesdistrict leidde tot de langste kabinetsformatie ooit.

zondag 20 oktober 2013

Aubergine-tatin


Tijd voor een recept op deze rustige zondag. Ik weet niet waar de maanden augustus en september zijn gebleven, maar als ik naar buiten kijk kan ik er niet onderuit: het is oktober, het is herfst. De bomen voor mijn raam zitten vol gele blaadjes. Elke morgen word ik wakker van het geluid van een blaasmachine. Blaadjes dwarrelen naar boven, naar beneden. Qua keuken betekent dit pompoen en nog meer pompoen. Heerlijk! Wanneer je echter zin hebt in iets nieuws én tijd hebt voor iets nieuws, probeer dit dan eens: Aubergine-tatin. Inderdaad de omgekeerde appeltaart van de zusters Tatin, maar dan hartig met aubergine. Jummie op een regenachtige herfstdag!


Recept

300 gram bloem
150 gram koude boter in blokjes

snuf zout

1 eierdooier
half bosje tijmtakjes
paar blaadjes salie

3 aubergines
4 rode uien
half bosje tijm
2 el rietsuiker of bruine basterdsuiker
3 el geroosterde pijnboompitten 
75 gram feta
peper en zout

Verwarm de oven voor op 180 graden. Maak eerst het zanddeeg. Meng de bloem samen met de koude boter en het zout in de kom van de keukenmachine. Laat draaien tot het grove korrels worden. Doe dan de eidooier erbij en de takjes tijm en salie. Breng goed op smaak met peper en zout. Laat nog een paar keer draaien. Voeg een paar druppel koud water toe en pulseer nog even tot dat het deeg net samenhangt. Het geheim van een mooi bros deeg zit hem in niet te lang kneden. Pak het deeg in wat plasticfolie en leg een uur in de koelkast om te rusten.

Snijd de aubergine in plakken van ongeveer 1 cm dik. Vet een bakplaat royaal in met olijfolie, strooi er peper en zout op en beleg de hele plaat met de plakken aubergine. Bestrooi met peper en zout en druppel nog wat olijfolie over de aubergine. Zet in de oven en bak de plakken in ongeveer 25 minuten mooi gaar en bruin. Keer ze na een kwartier om, zodat de andere kant ook bruin wordt.

Snijd ondertussen de uien in ringen en fruit ze samen met de rest van de tijm op laag vuur in olijfolie tot ze zacht zijn. Voeg een eetlepel rietsuiker toe en roer af en toe. Breng de uien op smaak met peper en zout.

Leg een stuk bakpapier op de bodem van een springvorm. Doe de rand eromheen en knip de loshangende stukken bakpapier weg. Vet de vorm in met boter of olijfolie (vergeet de zijkanten niet!). Bestrooi de bodem met een eetlepel rietsuiker en de geroosterde pijnboompitten. Leg de aubergineplakjes er dakpansgewijs op en verdeel de uienringen hierover.

Bestuif het aanrecht met bloem en rol het deeg hierop uit tot een cirkel. Druk dit op de groenten in de bakvorm. Stop goed in bij de rand. Maak een gaatje in het midden, zodat het vocht kan verdampen.

Zet de taart in de oven en bak in 35 minuten tot het deeg mooi goudbruin is en de groenten gekaramelliseerd zijn. Haal de taart uit de oven en laat even rusten. Keer hem op een groot bord om en bestrooi met de verkruimelde feta. 



Recept van Yellow Lemon Tree

maandag 14 oktober 2013

Mute

De korte animatiefilm MUTE ging tijdens NFF 2013 in première en zorgde voor een daverend applaus. Vorige week was de officiële release van de film van studio Job, Joris & Marieke en ik kan natuurlijk niet anders dan hem met jullie delen. Fantastisch! 


vrijdag 11 oktober 2013

La vie d’Adèle

Een comic-of-age drama gebaseerd op een stripverhaal. La vie d’Adèle won afgelopen voorjaar de Gouden Palm op Cannes. Begrijpelijk, hoewel het wel een lange zit is.

Drie uur duurt de speelfilm van regisseur Abdellatif Kechiche (La Graine et le Mulet). We zien de jonge Adèle (Adèle Exarchopoulos) zich langzaam van 15-jarig schoolmeisje ontluiken tot volwassene. Haar wereld wordt op de kop gezet wanneer ze Emma (Lea Séydoux) ontmoet, een jonge vrouw met blauw haar, een lesbienne. Meisjes gaan niet altijd uit met jongens, leert Adèle. Meisjes en meisjes: het is ook een mogelijkheid.


Hoewel we Adèle een aantal bepalende jaren volgen, gebeurt er weinig in de film. La vie d’Adèle is een registratie van een leven, van Adèle’s leven. Kechiche maakt als het ware van fictie documentaire. Overzichtsshots blijven uit. We zitten Adèle op de huid. Ze wordt geregistreerd door de camera. Ook muziek wordt amper ingezet om drama te creëren. Wanneer Adèle danst, oké, maar verder eigenlijk niet. De film blijft puur.

Een belangrijk element in het verhaal zijn de verlangens van Adèle. Door haar contact Emma ontdekt ze haar lusten.  Kechiche houdt zich niet in met expliciete seksscènes. Hij gaat hier wel ver mee. Vaak zien we Emma en Adèle naakt en kreunend. Een van deze scènes duurt ruim vijf minuten. Natuurlijk past dit bij het idee een leven te registreren, maar ongemakkelijk word je er wel van. Vooral wanneer na vijf minuten wederom een naakte verhandeling volgt.


De film is gebaseerd op de autobiografische graphic novel van Julie Maroh, Le bleu est une couleur chaude. Van een strip naar een film. Opvallend is daarom het ijzersterke dialoog. Ongemakkelijke familiedinertjes, mooie voordrachten op school: de woorden zijn sterk.

Tenslotte zijn er de twee actrices. La vie d’Adèle wordt gedragen door het ontroerende acteerspel. Lea Séydoux is in Frankrijk al een grote actrice (Les adieux a la reine, Inglourious Basterds, Midnight in Paris) en weet ook hier te overtuigen. Adèle Exarchopoulos is een nieuw talent. En wat voor een! Ze speelt prachtig naturel. Pure emoties verschijnen op haar gezicht. Tranen biggelen over haar ronde gezichtje, langs haar halfopen mond. Met name in de eetscènes valt ze op. We zien het weinig in films, maar Exarchopoulos eet overtuigend. Ze hapt, ze smakt, ze eet. Gyros, spaghetti, nog meer spaghetti. Ontroerend en intiem tot in de laatste minuut.

donderdag 10 oktober 2013

Zweedse kaneelbroodjes


Zweedse kaneelbroodjes. Jullie zagen ze afgelopen week al voorbij komen. Een recept kon dus ook niet uitblijven. Al lange tijd stonden ze op mijn 'homemade lijstje'. Ik ben nog nooit in Zweden geweest en heb ze dus nog nooit 'echt' gegeten. Vergelijken kan niet, maar - al zeg ik het zelf - mijn eigen versie was best goed. Hopelijk krijg ik komend jaar de kans om echte Zweedse kanelbullar te proeven. Naar Zweden binnen een jaar? Ik ga de 'uitdaging' aan. 

Recept

525 g bloem
100 gram suiker
½ theelepel zout
½ theelepel kardemom
60 gram gesmolten roomboter
1 zakje droge gist 
3,25 dl. lauwe melk.

Voor de vulling heb je nodig :
70 gram roomboter
70 g suiker 
10 g kaneel

Afwerken met : 1 geklopt eitje, witte greinsuiker


Doe het meel in een grote mengkom en meng er de kardemom doorheen. Maak in het midden een kuiltje. Strooi aan de buitenkant van het meel het zout. In het kuiltje doe je de gist en de suiker en dan giet je er de gesmolten boter bij. Roer met een vork in het kuiltje de boter erdoor heen. Voeg dan steeds een scheutje melk toe, dat je vervolgens met de vork weer goed doorroert. Op een gegeven moment krijg je een flinke klodder deeg en daarom heen nog wat meel; roeren gaat niet meer zo gemakkelijk. Dan doe je de vork weg, en ga je het geheel met de hand goed doorkneden. Als je een mooie bol deeg hebt, kneed je nog zeker 6 minuten. Vergeet niet af en toe de deegbal op de tafel te gooien; dit bevordert het rijsproces. Zet de kom met een vochtige theedoek eroverheen op een tochtvrije plek een half uurtje om te rijzen. 

Meng intussen de boter, suiker en kaneel voor de vulling. Haal een bakrooster uit de oven en leg er een vel bakpapier op. Als het deeg gerezen is, bestuif het aanrecht of keukentafel met meel en rol het deeg uit tot een rechthoekige plak van ongeveer 1 cm dik. Bestrijk de plak met het botermengsel. Rol de plak op tot een dikke worst. Snij vervolgens van de rol, gelijke plakken van ongeveer 1,5 cm en leg de plakjes op het bakpapier. Leg een theedoek over de bakplaat en laat de kanelbullar rijzen, ongeveer een uur. Verwarm de oven voor op 250 graden. Als de rolletjes deeg gerezen zijn, bestrijk ze dan met het geklopte ei en bestrijk ze met geklopt ei en strooi er de greinsuiker over. Schuif de roosters in de oven en bak de broodjes op 225 graden zo’n 15 minuten. Ze moeten lichtbruin zijn. Let op: boter en suiker gaat karamelliseren. Draai de broodjes op tijd om! Laat ze even afkoelen en dan..... smullen maar.

dinsdag 8 oktober 2013

Nieuwe tieten


Geboren met een grote kans op kanker. Wat doe je? Wachten of preventief ingrijpen? Filmmaakster Sacha Polak maakte een documentaire over haar dilemma rondom borstkanker. Haar eigen moeder stierf op 29-jarige leeftijd aan deze ziekte. Wat doet Polak?  

Zie Nieuwe Tieten hier

maandag 7 oktober 2013

Weekend, eindelijk

Na bijna twee weken eindelijk weekend. In bed liggen, thee drinken, thuis zijn, voor me uit staren.. Ik was er aan toe. 







zaterdag 21 september 2013

The Scarecrow

Een pleidooi tegen de bioindustrie. Het had een trailer van een Pixar film kunnen zijn, maar het is eigenlijk een reclame voor een burritoketen. Toch zeker het kijken waard!

Inmiddels tel ik de dagen af. Over vier nachtjes begint het 33e NFF. Ik kan niet wachten!


dinsdag 17 september 2013

De wereld van Bruno Dumont

In het kader van Camille Claudel 1915, de nieuwste film van voormalig filosofieleraar en filmmaker Bruno Dumont, vertonen verschillende filmtheaters in Nederland een retrospectief van zijn eerdere werk. Zes films in totaal, waarvan het Utrechtse 't Hoogt er twee heeft geselecteerd. Afgelopen zondag werd het spits afgebeten met La Vie de Jésus, Dumonts eerste film.


Peugeot motortjes verstoren de rust in een verstild landschap. Een groep zoeft langs. Zich niks van niemand aantrekkend. Gaan ze ergens naar toe? Nee, ze proberen al rijdend hun tijd door te komen. Ze vervelen zich. Dumonts debuut, La Vie de Jésus (1997) en toont de Noord-Franse misère. De film speelt zich af in Bailleul, waar Dumont vandaan komt. Hier woont Freddy, een niet al te intelligente jongen die zijn dagen doorbrengt met zijn vink en met zijn vrienden. Stuk voor stuk jongens zonder werk, getergd door verveling. Wat Freddy anders maakt dan de rest? Hij lijdt aan epilepsie en heeft een vriendin.

Dumont kiest in zijn films voor de stille misère. Verlaten dorpen, werkeloosheid, uiteengevallen gezinnen, het belastende verleden. Parallellen met de Waalse gebroeders Dardenne zijn snel getrokken. Voor Dumont hoeven karakters of landschappen niet mooi te zijn. Liever toont hij troosteloosheid en dringt hij diep bij zijn karakters naar binnen. Opvallend is dat hij niet oordeelt. Freddy is goed noch slecht.


Met Camille Claudel 1915 werkt Dumont voor het eerst met een bekende actrice, Juliette Binoche. Voor zijn eerdere films koos hij stug voor amateurs. Samen met de acteurs boetseerde hij de personnages. Voor Freddy werkte hij samen met David Douche, die zijn lompe personnage ijzersterk weet neer te zetten. Hij is Freddy. Ook zijn maten worden overtuigend neergezet door jongens die we daarna nooit meer op het doek hebben gezien. Dumonts films overtuigen doordat de acteurs zo dicht bij hun personnage staan. 

Kijken en weinig praten, dat is de tactiek van Dumont. In zijn films gaat het om stiltes die het verhaal vertellen. Landschappen, handen, gezichten: zij zeggen meer dan woorden. Af en toe laat Dumont een grapje toe. Zo speelt heel Bailleul in een fanfare. Ze verzamelen ‘Au Coin Perdu’ (op het verloren punt) en gaan dan trommelend door de dorpse straten. De trots van Bailleul. De trots van het verloren punt.

zondag 15 september 2013

Gember&Taart

What's up? Vorige keer schreef ik al dat het stil is op mijn blog vanwege de stage die ik loop. Dat is niet het gehele verhaal. Ook ben ik afgelopen tijd bezig geweest met mijn huisgenootje Nikki om een catering op te zetten: Gember & Taart. Afgelopen vrijdag verzorgden wij ons eerste evenement, een dinerparty bij ons thuis genaamd Bewust Balkan. 

Na anderhalve dag in de keuken te hebben gestaan, hadden we voedsel voor zo'n dertig man klaar. Allemaal Balkan recepten met een twist. Goulash, bonenstoof, zelfgebakken Lipanje (Servisch brood), dips, een Balkan moussaka, koolrolletjes en heerlijke rijst. Het was een geslaagd feest. Iedereen at voldaan zijn buikje vol. De avond kon echter niet eindigen zonder taart om het bestaan van Gember&Taart te vieren. Wat is er toepasselijker dan... een gembertaart?! Ook voor deze de eerste keer en wat een succes! Voor jullie exclusief het recept. 

Catering nodig? Je weet me te vinden!


Recept

- 150 gram bloem gezeefd, mespuntje zout
- 240 gram witte basterdsuiker 
- 60 gram boter, ijskoud
- 2 eierdooiers 
- 4 limoenen 
- 12 gemberbolletjes, uit potje 
- 3 eieren 
- 4 eetl. slagroom

Schep in een kom bloem, zout en 60 gram basterdsuiker luchtig door elkaar. Snijd de boter in dunne plakjes. Leg ze op het bloemmengsel. Snijd hierna met twee messen de boter door de bloem tot kleine kruimels. Voeg de eierdooiers toe en kneed het deeg snel tot een samenhangende bal. Laat de deegbal, afgedekt met plastic folie, 1 uur in de koelkast rusten.

Verwarm de oven voor op 200 graden. Boen de limoenen onder stromend koud water goed schoon. Rasp de schillen van de limoenen af. Pers alle limoenen uit en zeef het sap. Snijd de gemberbolletjes eerst in dunne plakjes en daarna in uiterst smalle reepjes. Klop in een kom de eieren samen met de rest van de basterdsuiker even flink op. Voeg limoensap, limoenrasp en gembersliertjes en room toe. Klop alles nogmaals even flink op. Rol het deeg daarna uit tot een ronde lap. Bekleed de taartbodem en de wand met een passend stuk bakpapier (cirkel middellijn 26 centimeter) en daarna het deeg. Doe het ei-mengsel in de vorm. Plaats de vorm in de reeds voorverwarmde oven. Bak de taart in ca. 40 minuten goudbruin en gaar. Serveer lauw tot koud. 

dinsdag 10 september 2013

Size matters

Een fijn Noors muziekje voor deze regenachtige avond. De afgelopen - en ik vrees ook de komende tijd - is het een beetje rustig om mijn blog. Over krap twee weken begint het Nederlands Film Festival waar ik momenteel werk! Daarna ga ik weer lekker schrijven. 

vrijdag 30 augustus 2013

Blue Jasmine

Woody Allen houdt van één ding: films maken. De laatste jaren produceert hij elke 12 maanden een nieuwe film. Soms met succes, soms met wat minder. Na het wat tegenvallende To Rome with Love presenteert hij nu Blue Jasmine, een film waarin hij eindelijk over ‘echte’ problemen praat. Over de financiële crisis. 


De films die Allen maakt zijn meestal een hele hoop geleuter. Hij houdt van praten, met name over relaties. Ook Blue Jasmine is volgestopt met dialoog. In deze film stoort het echter minder. De film speelt niet in het utopische Allen-wereldje, maar in de harde realiteit. Jasmine, ooit Jeannette (Cate Blanchett), zit aan de grond. Tot voor kort behoorde ze tot de rijke elite van New York City. Ze was de gastvrouw van de mooiste en de beste diners van de Apple. Nu is dat voorbij. Geen rode cent heeft ze over, geen man, geen opleiding, geen werk. Ingestort stapt ze in het vliegtuig naar San Fransisco - wel eerste klas, want dat kan niet anders, toch? - om bij haar zus Ginger (Sally Hawkins) te gaan wonen. Op zoek naar een nieuwe start. 

Allen schetst met Blue Jasmine een actueel verhaal. Hij toont een wereld vol overdaad die tot val komt. Doordat het wrange heden wordt afgewisseld met vrolijke flashbacks, vervalt de film niet in een depressieve sleur. We krijgen juist alle kanten te zien, alle contrasten. Zonder deze tijdwisselingen zouden de personages al snel stereotypen worden. Nu is echter hun gedrag gegrond. Niks is zwart-wit. 


Blue Jasmine wordt gedragen door Blanchett. De actrice die eerder een Oscar in de wacht sleepte voor haar bijrol in The Aviator, speelt de sterren van de hemel. Ze overtuigt zowel als gefrustreerde, gebroken vrouw als rijke verwaande dame. Ondanks haar vele dialoog zijn haar gezichtsuitdrukkingen het overtuigendst. Soms maakt ze echt bang. Andere moment wekt ze weer medelijden op wanneer ze verward in zichzelf begint te praten. Blanchett maakt de film realistisch. 

Hoewel serieuze drama een rol speelt in Blue Jasmine, blijft de film een typische Woody Allen. De problematiek is traditioneel. Liefdesproblemen met een zekere luchtigheid voeren de boventoon. Allen denkt daar nu eenmaal veel van te weten. Ook maakt hij zich er op het laatst weer eens makkelijk vanaf. O die Allen. Film nummer 45 is in de maak.

zondag 25 augustus 2013

Geroosterde aubergines

Weekend, fijn weekend. Sinds ik vijf dagen in de week stage loop bij het Nederlands Film Festival heeft weekend opeens een andere betekenis gekregen. Weekend zijn die dagen wanneer je eindelijk vrij bent, wanneer de wekker niet om 7 uur gaat, wanneer je niet de hele dag achter de computer zit met een rinkelende telefoon. Weekend is in bed liggen, naar de markt gaan, een boek lezen, koken, vrienden zien. Gisteren werd ik verwend met een heerlijk diner bij een vriendinnetje. Geroosterde aubergines geïnspireerd op de Israëlische keuken. Een kleurenpracht. Helaas vergat ik een foto te nemen, dus ik zeg, probeer het snel uit!

Recept

3 aubergines
1 granaatappel
2 tenen knoflook
1 tl kurkuma
1 tl gemalen komijn
1/2 el paprikapoeder
4-5 el olijfolie
75 g blanke amandelen
40 g rucola
50 g pompoenpitten
100 g feta

Verwarm de oven voor op 200 graden. Snijd de aubergines in vieren, bestrooi ze met zout en laat ze 30 minuten liggen. 
Halveer de granaatappel en schep de pitjes eruit. Pers de knoflook, meng dit met kurkuma, komijn, paprikapoeder, peper en 3 el olijfolie in een kommetje. Dep de aubergines droog, bestrijk ze met het oliemengsel en leg ze op een met bakpapier bekleedde bakplaat. Rooster de aubergines in 30 minuten bruin en gaar. 
Rooster de amandelen grof gehakt in een droge koekenpan. Verdeel de rucola over een schaal. Leg de aubergines erop. Bestrooi het geheel met de feta, noten en granaatappelpitjes. Druppel er nog wat olijfolie overheen. 

woensdag 21 augustus 2013

Een maand geen kleding kopen

Na mijn onderzoekje vorige maand naar de kledingindustrie, ging ik zonder veel aarzelen de uitdaging aan. Een maand geen kleding kopen. Hoe verliep dat uiteindelijk?

De afgelopen maand doorkruiste ik bijna elke dag Hoog Catherijne, het grote overdekte winkelcentrum dat een brug vormt tussen Utrecht Centraal en de binnenstad. Om negen uur was het nog een doodse bedoening, om zes uur werkten de winkeliers hun laatste klanten weg. Hoeveel broekjes zouden die dag verkocht zijn? Hoeveel jurkjes zouden zonder nadenken over de toonbank zijn gegaan? Zelf werd ik door mijn lange werkdagen geholpen in het niet winkelen, maar om eerlijk te zijn: die enorme koopgoot elke dag doorkruisen nam mijn zin ook wel weg. Al die rekken …

Begrijp me niet verkeerd. Ik ben een meisje, een meisje dat van kleren houdt. Elke dag een ander jurkje, zwijmelend voor etalages, zoekend naar inspiratie op straat, op internet, in winkels. Toch kreeg ik daar deze maand een beetje een misplaatst gevoel van. Telkens dacht ik aan de meren in Rusland die opdrogen door de katoenindustrie; aan de mensen in Bangladesh, hardwerkend tegen amper loon. Hoeveel zou het inkomen van die Utrechtse winkels verschillen met dat van de kledingmakers in de verre landen? Voor het eerst maakte zelfs de summersale me niet warm. Ik zocht naar andere manieren. Stap 1: Mijn kledingkast uitmesten.

maandag 19 augustus 2013

Alceste à bicyclette

Theater en film, het is echt wat anders. Dat leren we van de twee acteurs Serge en Gauthier in de nieuwe film van de Franse regisseur Philippe Le Guay, Alceste à bicyclette.

Ver weg, verstopt op het eiland Île de Ré, daar slijdt de oude acteur Serge (Fabrice Luchini) zijn dagen. Zijn huis is een ramp, steeds moet er weer wat gebeuren. Toch lijkt Serge zich wel te vermaken: met schilderen, fietsen, naar de zee staren. Acteren is voor hem voorbij. Althans dat denkt hij. Wanneer een oud-collega en inmiddels televisie-ster, Gauthier (Lambert Wilson), hem komt vragen mee te werken aan een theaterstuk van Molière, Le Misanthrope, weet Serge niet goed hoe hij moet reageren. Nee acteren wil hij niet, maar gewoon een dag repeteren?


Alceste à bicyclette toont op mooie wijze wat acteren inhoudt. De zoektocht naar perfectie, maar ook de rivaliteit. Gauthier en Serge hebben elkaar nodig, maar zitten elkaar tergend in de weg. Wie krijgt de rol van Alceste en wie speelt Philinte? Serge met zijn rijke ervaring, Gauthier met zijn populariteit? Wat weegt het zwaarst?

Het verhaal voor de film was een idee van Luchini en Le Guay zelf. Je raadt het al, samen zaten zij in een vergelijkbare situatie toen Le Guay Luchini kwam vragen voor zijn Les femmes du sixième étage (2010). Luchini is dan ook waanzinnig sterk in zijn rol. Zijn verongelijkt blikken en stuurse, soms zelf narcistische gedrag overtuigen elke minuut. Hij speelt overtuigend een oude vakrot die in zijn eigen wereldje leeft en die zich opeens bedreigd voelt bij de komst van een buitenstaander. Serge wordt onhandig, hij weet zich geen houding te geven.


Mooi zijn de scènes waarin film in theater overloopt. Serge en Gauthier repeteren Le Misanthrope. Om beurten spelen ze Alceste en Philinte, samen gaan ze opzoek naar perfectie. Le Guay heeft absoluut de juiste teksten gekozen. Ze illustreren duidelijk de situatie tussen Serge en Gauthier. Hun vriendschap, hun rivaliteit.

Hoewel Alceste à bicyclette af en toe net te jolig wordt – een fietser die de sloot inrijdt – heeft Le Guay een mooie balans gevonden tussen lachen en slikken. Wat als twee oude vrienden begint, zoekend naar de perfecte Le Misanthrope, loopt uit op een strijd, een harde strijd. Alceste à bicyclette is niet alleen maar komedie.

zaterdag 17 augustus 2013

My Life in Sourdough

Voedsel en film: de combinatie die perfect bij mij past (al zeg ik het zelf). Blijkbaar ben ik niet de enige. Marie C, een Franse filmmaakster die momenteel haar masters doet aan de NYC, combineerde het in een mini-serie: My life in Sourdough. Food, dating, New York, en dat vanuit de ogen van een Frans meisje. Ik ben nu al verkocht!
Hier de trailer, volg de hele serie op http://mylifeinsourdough.com/

dinsdag 6 augustus 2013

The Bling Ring

Een groep tieners in LA, inbrekend bij Paris Hilton, Lindsay Lohan, Orlando Bloom en andere bekenden. Het klinkt krankzinnig, maar het is gebeurd. Sofia Coppola verfilmt dit verhaal met haar nieuwe film The Bling Ring.

Na Lost in Translation en Somewhere maakt Sofia Coppola wederom een film waarin ze de psychologie achter rijkdom en bekendheid centraal zet. Dit keer gebruikt ze echter tieners. Een gang jongeren, opgroeiend in Los Angeles, is zo geobsedeerd met de sterren dat ze besluiten een kijkje in hun huizen te nemen. Moeilijk is het niet. Op internet zoeken de jongeren wanneer de sterren weg zijn en googlen ze de adressen. Beveiligd zijn de huizen amper, altijd staat een deur of een raam wel open. In de walhalla’s aan sieraden, schoenen, tassen en kleding voelen de jongeren zichzelf eindelijk een ster. Het nodigt uit tot meer.  


Het verhaal klinkt ongelofelijk, maar is gebaseerd op feiten. Coppola baseert zich op een grondig artikel in de Vanity Fair. Naast de OMG’s en het “your ass looks awesome” besteedt Coppola veel aandacht aan de situatie waar de daden uit voortkomen. Ondanks de oppervlakkige personages vervalt The Bling Ring zo zelf niet in oppervlakkigheid. Zo is Marcs deelname (Israel Boussard) te verklaren door zijn geschiedenis als einzelgänger. Hij is de jongen die altijd buiten de boot viel en nu eindelijk vrienden heeft. Bij Chloe (Claire Julien)is het vechten tegen haar verveling. Nicki (Emma Watson) en Sam (Taissa Farmiga) rebelleren tegen hun zweverige, te vredelievende moeder. LA is geen makkelijke omgeving om in op te groeien, zo leert de film. Misschien gaat niet iedereen zich met de personages sympathiseren, begrijpen doe je hen in ieder geval wel. Alleen gangleider Rebecca (Katie Chang) valt niet te pijlen, zo koud als ze is.

Naast het overtuigende acteerwerk van bijna allemaal onbekende acteurs (alleen Emma Watson is een grote naam), laat Coppola haar talent zien in het beeld en geluid. De muziekkeuze, de facebookstills en de fluorescerende begincredits passen helemaal binnen de opgefokte sterrensfeer. De regisseuse toont LA met zijn destructieve kanten, maar ook met zijn aantrekkingskracht. Want ja, zoals Marc verwoordt: “ I wanted to be part of the lifestyle that everybody actually want” 

vrijdag 2 augustus 2013

Verspil jij ook 50 kilo per jaar?

50 kilo per jaar. Als we het voedingscentrum mogen geloven, is dat het gewicht aan voedsel dat elke Nederlander jaarlijks in de prullenbak smijt. Zonde en zondig! De Damn Food Waste laat zien dat het anders kan. Kan jij het ook?

Onze wereld zit raar in elkaar. Op de ene helft van de aardbol lijdt men honger, op de andere helft worden kilo’s aan voedsel weggegooid. Ik werd laatst voor de zoveelste keer met voedselverspilling geconfronteerd toen mijn zusje, sinds een paar maanden werkzaam bij de Albert Heijn, liet vallen dat bij haar filiaal elke dag weer een lading producten in de prullenbak belandt. Nee, zij en haar collega’s mogen er niet aankomen en ook klanten krijgen er niks van mee. Al een paar jaar geleden is uit onderzoek gebleken dat een vierde van het versassortiment van een supermarkt wordt weggegooid, oftewel op vier supermarkten belanden de waren van eentje geheel in de container. Ondanks deze schokkende cijfers is er weinig aan het supermarktbeleid veranderd, zo blijkt.

Een tweede probleem wat betreft voedselverspilling zijn wij, de consumenten. Ook wij kunnen nog veel leren. Etiketten zoals ‘tenminste houdbaar tot’ maken ons lui. Zelf nadenken of een product nog te consumeren is, doet nog maar een handjevol mensen. Wanneer mijn huisgenoot ziet dat de houdbaarheidsdatum van zijn brood is verlopen, belandt het in de prullenbak. Op schimmel controleert hij niet eens. Ook melk belandt bij ons regelmatig in de gootsteen, met en zonder zure luchten. Dat moet eens veranderen!
Liselotte-Foodwaste-Eline Cox

Wat feiten in een notendop
Gelukkig is het tij aan het keren. De laatste jaren zien we langzaam maar zeker meer aandacht voor voedselverspilling. Zo werd op 29 juni de Damn Food Waste gehouden op het Museumplein te Amsterdam. Een enorme gratis lunch georganiseerd door FoodGuerrilla (NCDO), Voedingscentrum, Universiteit Wageningen, Youth Food Movement (YFM), Natuur & Milieu en Feeding the 5000/EU Fusions. Hun doel? Samen lunchen en mensen bewuster maken van de volgende feiten:

Gemiddeld gooien consumenten ongeveer 14% van het gekochte voedsel weg per persoon per jaar. Dit komt neer op ongeveer 50 kg voedsel. Het gaat hier enkel om de vaste producten, vloeistoffen zoals koffie, melk en frisdrank zijn niet meegerekend.

Voor de consumenten in Nederland komt de verspilling uit op 0,8 miljard kg per jaar. Dit is naar schatting € 2,4 miljard aan eetbaar voedsel per jaar. Omgerekend is dat ongeveer €350 per huishouden en €155 per persoon.

Buiten de € 2,4 miljard aan verspilling door consumenten wordt ook nog eens ongeveer € 2 miljard in de rest van de voedselketen verspild. In totaal komt dit neer op ongeveer €4,4 miljard per jaar aan voedselverspilling. 

De tactiek van Damn Food Waste werkt. Met de cijfers doen ze ons verontrusten, met de lunch stellen ze ons weer gerust. Er moet iets veranderen bij de consument, bij de bedrijven en bij de overheid, maar dat kan ook, is hun boodschap. Door een enorme groep vrijwilligers wordt voor zo’n 5000 mensen een gratis lunch bereid met ‘restafval’: kromme komkommers, zachte bananen, brood over datum. Ze laten zien dat dit nog steeds heerlijk smaakt en dat je er echt niet ziek van wordt. Een beetje gezond verstand en je zet de fijnste dingen op tafel. Daarnaast attenderen verschillende stands de bezoeker op het feit dat kromme komkommers best lekker zijn, je van oud brood koekjes kan bakken en je minder verspilt wanneer je je koelkast op een bepaalde manier inricht.


woensdag 31 juli 2013

Cherchez Hortense

Dit voorjaar draaide Cherchez Hortense al op het IFFR. De film ontving gemengde kritieken. Nu het Franse drama door heel Nederland op het witte doek te zien is, zijn de reacties wederom afwisselend. Aan de acteurs ligt het niet, misschien aan de golf van toevalligheden?

Regisseur Pascal Bonitzer is een oude filmrot. Niet zo zeer wat betreft regie (hij regisseerde voor Cherchez Hortense pas vijf andere films), maar in scenario’s en recensies. Bonitzer is van huis uit filosoof en stortte zich in de jaren '70 en '80 op filmkritieken voor het toonaangevende Cahiers du Cinema. Ook schreef en bewerkte hij sindsdien tientallen scenario’s. Helaas lijkt hij deze ervaring in zijn nieuwe film Cherchez Hortense maar deels te hebben gebruikt. Bonitzer vergrijpt zich ongewild aan knip-en-plakwerk. 


Damien (Jean-Pierre Bacri) zit is een lastig parket. Hij woont samen met zijn vriendin Iva, tevens moeder van zijn zoon Noé, maar ziet haar amper. Iva (Kristin Scott Thomas) is theateregisseuse en is in druk met haar nieuwe productie. Wel heeft ze de tijd Damien op een missie uit te sturen: kennis Zorica (Isabelle Carré) aan een verblijfvergunning helpen. Damien doceert zelf Aziatische cultuur, maar heeft een vader die bij het gerechtshof werkt. De oude rechter kan vast zijn vriend Hortense die zich bezighoudt met deze zaken inschakelen, niet? Damien doet de belofte, maar heeft het er niet makkelijk mee. 'Ik ben niet goed in praten en zeker niet met mijn vader.'

Moeilijke communicatie is een van de thema’s in Cherchez Hortense. Niemand lijkt echt goed te kunnen communiceren en Damien al helemaal niet, niet met Iva, niet met zijn vader en niet met zijn vrienden. Miscommunicatie is een leidraad in zijn bestaan. Hoewel het basisverhaal en het thema simpel zijn, plakt Bonitzer de film aaneen met een golf van toevalligheden. Hoewel Parijs - waar de film zich afspeelt - groot en vol individuen is, ontstaan er meerdere malen ontmoetingen tussen personages. Toevallig. Uit het niets. Die de loop van het verhaal bepalen. Door deze verbindingen wordt de geloofwaardigheid van de film af en toe op de proef gesteld. 


Deels wordt dit gered door de scherpe dialogen. Menigmaal klinken er onderdrukte lachjes uit de zaal. Zelfs de korte, ietwat absurde zijweg over de homoseksualiteit van Damiens vader, wordt zo een fijn en grappig intermezzo. Ook zijn de acteurs zijn sterk. Bacri toont zijn ervaring met zijn overtuigende expressies. Zijn sombere, getergde blikken passen prima bij zijn rol. Ook Scott Thomas zit goed in haar rol. Egoïstisch, duidelijk een artiest en niet wetend wat ze nu echt wil: ze overtuigt. 

Tijdens een filmpracticum vertelde de docente ooit eens dat uit een goed verhaal de titel vanzelf voortvloeit. Bij Cherchez Hortense is dat niet het geval. Uiteindelijk is het een prima tussendoortje waarna vooral een vraag blijft hangen: waarom was die titel nu Cherchez Hortense? 

dinsdag 30 juli 2013

Het ABC van Lyon

Lyon: de stad met twee heuvels, de stad met twee rivieren. De stad die je passeert op weg naar het zuiden. Ik bracht er een semester door. Tijd om deze mooie stad dus in het zonnetje te zetten met een ABC: Archeologie en Architectuur, Bouchon en Canuts.

De culinaire hoofdstad van Frankrijk. Het economische en politieke centrum van de regio Rhône-Alpes. De tweede of derde stad van Frankrijk (de Lyonesen vechten erom met de Marseillais). Hoewel Lyon een van Frankrijks grootste steden is, is het geen toeristische stad. Kalm kabbelen de Rhône en de Saône door de stad, terwijl de Lyonesen zich rustig naar werk, restaurant en festival begeven. Het is een aangename stad om in te wonen of te bezoeken. Er is genoeg te doen.

 Architectuur
  
De A van Archeologie en Architectuur 
Lyon kent een lange geschiedenis. Al zo’n 3000 jaar wonen er mensen langs de twee rivieren. Pas echt een stad werd het gebied ten tijden van de Romeinen. Lugdunum (letterlijk vertaald: Heuvel van de god Lug). Vandaag de dag zien we nog veel verwijzingen naar deze periode. Een oud amfitheater waar in de zomer concerten worden gegeven (Les Nuits de Fourvière), een Gallo-Romeins museum en her en der in de stad andere opgravingen.

Naast deze antieke architectuur is Lyon ook de stad van Tony Garnier, een architect en urbanist eind negentiende, begin twintigste eeuw. Zijn werk wordt meestal aangeduid als utopische architectuur: zijn ideale stad was een stad waar urbane functies en activiteiten zijn gescheiden. In Nederland zien we dit idee terug in het werk van architect Cornelis van Eesteren in Slotervaart (Amsterdam). Garniers erfenis in Lyon zijn Halle Tony Garnier (een enorme concertzaal), Stade Gerland waar het voetbalteam Olympique Lyonnais sinds 1950 zijn thuisbasis heeft, l’Hopital Édouard-Herriot (het grootste ziekenhuis van de regio) en een hele wijk genaamd Le Quartier des États-Unis. Het leuke aan dit laatste project zijn alle muurschilderingen. Vijfentwintig muurschilderingen vullen ruim 230 m2. Het is het werk van artiesten uit alle hoeken van de wereld. Ongeveer de helft verbeeld de utopische ideeën van Garnier.

Verder lezen?